Beginnen:
Koud water zwemmen heeft geen geheimen, het is een kwestie van beginnen en doorzetten.
Gewoon beginnen met koud af douchen. Start met een keer per week, waarbij je de tijd dat je doucht steeds meer verlengd. Stap eruit als je je niet op je gemak voelt en stel geen tijddoelen in om eronder te blijven. Volg je gevoel.
De vervolgstap is op dezelfde wijze een keer in het water te stappen. In het begin is het raadzaam om wel samen met iemand te gaan.
Het is gemakkelijker om in de zomer te starten bij een watertemperatuur van 16 ° C of hoger. En daarvan uit verder op te bouwen.
Toch kun je nu ook al beginnen. Doe het dan wel met iemand die ervaren is.
En: werkt het nog niet accepteer dat dan en kies een warmer moment.
Het eerste wat er gebeurt als je in koud water komt, is de reactie op kou-ervaring- de eerste zucht, snelle ademhaling en verhoogde hartslag en bloeddruk.
En regelmaat werkt ook goed. Als je meerder keren per week gaat, wordt de kou-reactie van je lichaam steeds gehalveerd. Moet ik er wel bij zeggen bij gelijke omstandigheden. In mijn praktijk blijkt dat geen enkel moment en geen enkele plek hetzelfde is.
Wat wel blijft is een algemene gewenning: als je een paar weken in koud water mist, begin je niet helemaal opnieuw.
De belangrijkste bron van aanpassing die mensen hebben aan koude omgevingen zijn onze hersenen. Het lichaam heeft een beperkte capaciteit om zich aan te passen aan de kou. Ons brein kan het lichaam sturen hierin.
De rillingen:
Rillingen worden gestimuleerd om de diepe lichaamstemperatuur te verhogen wanneer een verlaging van de diepe lichaamstemperatuur optreedt. Het werkt door onvrijwillige samentrekking van de spieren om warmte te genereren en maakt bewegingen zoals zwemmen moeilijk te coördineren.
De hypotherme aanpassing vermindert de hoeveelheid rillingen die optreedt wanneer de diepe lichaamstemperatuur wordt verlaagd. Door herhaaldelijk zwemmen in koud water dat de diepe lichaamstemperatuur verlaagt, vermindert dit de rillende reactie. Dit heeft het effect dat de zwemmer de beweging kan coördineren, maar ten koste van een grotere diepe lichaamskoeling in vergelijking met iemand die rilt. De vermindering van de rillingsrespons is temperatuurspecifiek, als de diepe lichaamstemperatuur afkoelt tot boven de normale daling van de diepe lichaamstemperatuur, wordt de rillingsrespons opnieuw gestimuleerd.
Het belangrijke punt om op te merken is dat de diepe lichaamstemperatuur waarbij rillingen optreden bij iemand die is aangepast dichter bij de staat van klinische hypothermie ligt (kernlichaamstemperatuur is 35 ° C) dan niet-aangepaste individuen. Daarom moeten degenen die koud aangepast zijn, ‘naar hun eigen lichaam luisteren’ in plaats van het geklets aan de waterkant. Als ze beginnen te rillen, moeten ze uit het water komen en beginnen met het opwarmen.
De tijdsduur:
De tijdsduur in het water is niet alleen een weerspiegeling van de staat van aanpassing, maar een combinatie van factoren die betrekking hebben op elk individu, waaronder hun massa, vetheid, fitness, voedingsregime en hoe lang de persoon stilstaat. Recente technologie en onderzoek suggereert het bestaan van bruin vetweefsel (BAT) bij volwassen mensen; eerder werd gedacht dat dit soort vet alleen aanwezig was bij baby’s. Er is nu echter vastgesteld dat het voorkomt bij sommige personen die blootgesteld zijn aan koude, maar de mate waarin dit bijdraagt aan thermoregulatie wanneer zwemmen in koud water niet is vastgesteld.
Dus:
Koud water zwemmen heeft geen geheimen, het is een kwestie van beginnen en doorzetten.
Gewoon beginnen met koud af douchen. Start met een keer per week, waarbij je de tijd dat je doucht steeds meer verlengd. Stap eruit als je je niet op je gemak voelt en stel geen tijddoelen in om eronder te blijven. Volg je gevoel.