Toets "Enter" om naar de inhoud te gaan

Auteur: Rob Smits

Boekreview: 59 oefeningen uit ‘Verwacht geen applaus’ vragen ook moed, lef en durf.

Het trainen van de geest is geen eenvoudige opgave. Volgens zenmeester Arthur Nieuwendijk kan dit proces zelfs een levenslange zoektocht zijn. In zijn nieuwste boek ‘Verwacht geen applaus’ (2024) introduceert hij een praktische en toegankelijke gids over Lojong, een eeuwenoude boeddhistische methode voor geestelijke training.
Dit is voor het eerst dat een dergelijk werk in het Nederlands verschijnt. Het boek bevat alle 59 Lojong-oefeningen, met duidelijke uitleg over hun betekenis en toepassing. Nieuwendijk biedt hiermee een stapsgewijze aanpak om de geest te trainen, waarbij hij benadrukt dat er geen eindpunt is en dat de focus op jezelf niet per se tot geluk leidt.
Het boek geeft weer hoe je kunt leven met meer wijsheid, bewustzijn en zelfwaardering, en hoe dit bijdraagt aan een rustiger en gelukkiger leven. Het benadrukt dat je nu al leeft en traint om te verbeteren, niet om iets nieuws te leren, maar om wat je al kunt te verfijnen. Zelfwaardering is essentieel, maar moeilijk door de prevalentie van negatieve overtuigingen over jezelf.
Compassie en vriendelijkheid, zowel naar jezelf als anderen, zijn belangrijk, net als het accepteren van ongemak en tegenslag als een deel van het leven.
Mentale kracht wordt ontwikkeld door te oefenen in aandacht, vastberadenheid en positieve gewoonten, waarbij de balans tussen focus en omgevingsbewustzijn cruciaal is. Het loslaten van verlangens en zekerheden is ook een belangrijk aspect om innerlijke rust te bereiken.
Je leeft nu, dus je traint niet om straks iets te kunnen. Je kunt het al, je leeft tenslotte al je hele leven. De vraag is alleen of je gelooft dat het ook beter zou kunnen, met minder stress, minder zorgen en meer vertrouwen. Als je denkt dat het mogelijk is om te leven.
Het vraagt moed om de reis naar zelfwaardering te beginnen, vooral in een wereld waar negatieve overtuigingen vaak de overhand hebben. Moed betekent hier dat je durft te kijken naar je eigen zwaktes, fouten en pijnlijke ervaringen zonder weg te rennen. Het accepteren van ongemak en tegenslag als een onvermijdelijk deel van het leven vereist moed, omdat het betekent dat je kwetsbaar durft te zijn en je niet laat ontmoedigen door moeilijkheden.
Lef is nodig om negatieve gewoonten en overtuigingen die je van jongs af aan hebt opgebouwd, aan te pakken. Het vergt lef om te erkennen dat je misschien anders wilt leven en vervolgens stappen te ondernemen om die verandering te realiseren. Dit houdt in dat je vastberaden bent om je gewoontes te veranderen en jezelf positief te ontwikkelen, zelfs als dit in eerste instantie moeilijk of eng lijkt.
Durf is een belangrijk thema in het boek, omdat het loslaten van deze zaken essentieel is voor het bereiken van innerlijke rust. Durf om te kiezen voor aandacht, compassie en vriendelijkheid, zelfs als dat betekent dat je tegen de stroom in gaat, is een belangrijke stap naar een meer gebalanceerd en gelukkig leven.
Samengevat, moed, lef en durf zijn essentieel om de reis van zelfontwikkeling te beginnen en door te zetten. Ze helpen je de uitdagingen die gepaard gaan met persoonlijke groei aan te gaan, en ze ondersteunen je bij het vinden van innerlijke rust en geluk door jezelf te waarderen en bewust te leven.
Reageer

Boekreview: Schoolpijn: reflecties van een leraar

Het boek gaat in op de complexiteit van het lerarenvak, belicht door de ogen van een verteller die zowel zijn eigen angsten als die van zijn leerlingen erkent en bestrijdt. De schrijver neemt ons mee op een introspectieve reis en raakt de kern van wat het betekent om leraar te zijn: niet alleen als kennisoverdrager, maar ook als iemand die leerlingen helpt omgaan met hun angsten.

Angst speelt vaak een grote rol in de schooltijd; het kan alles blokkeren. Voor de leraar die Daniel Pennac uiteindelijk werd, was de belangrijkste missie om de angst van zijn meest worstelende leerlingen te genezen, zodat ze zich konden openstellen voor kennis. “Alleen, om kennis een kans te geven te bezinken in het heden van een les, moeten we ophouden steeds met het verleden op de proppen te komen als iets om je voor te schamen, en met de toekomst als een straf,” schrijft Pennac.

Pennac stelt dat een leraar de lastige leerling vaak ziet als een belichaming van zijn eigen falen. De leraar slaagt er blijkbaar niet in om vooruitgang te boeken of de lastige leerling aan het werk te krijgen. “Gelukkig wordt deze twijfel aan zichzelf, zodra men zich ervan bewust wordt, bestreden door een flinke hoeveelheid geldige argumenten: bij hém heb ik gefaald, maar bij zoveel anderen heb ik wel succes gehad. Ik kan er toch ook niks aan doen dat deze jongen in de tweede zit! Wat hebben mijn voorgangers hem eigenlijk bijgebracht? Komt dat allemaal door de school? Wat denken die ouders wel niet? Dat ik met mijn middelen en aantal lesuren zo’n grote achterstand kan wegwerken?” De leraar maskeert hiermee zijn eigen falen en durft dat niet te erkennen.

Dit gevoel van falen is herkenbaar. Soms vraag je een leerling zichzelf in de toekomst te beschrijven. Wat als ik je tegenkom als je veertig bent? Wat doe je dan? En als je deze veertiger dan echt tegenkomt als chef-kok van een restaurant, hoe geweldig is dat! Hoge verwachtingen helpen daarbij. Dit zijn de momenten waarop je geen spijt hebt dat je leraar bent geworden.

Pennac beschrijft ook wat het neoliberalisme doet met onze leerlingen: zij identificeren zich met merken. Als je Nikes hebt, ben je iets en iemand… Alleen worden zij er niet voor betaald, maar betalen zij ervoor met geld en een deel van zichzelf. “We worden iets, we worden iets, ieder op zijn eigen manier, en soms lopen we elkaar als ‘gewordenen’ tegen het lijf.” Pennac maakt zich zorgen over de jongeren die opgroeien in de banlieues: “Waar kunnen ze anders op leunen in de zin van achteroverleunen, jezelf een beetje vergeten om dichter bij jezelf te komen – dan op het spel van uiterlijke schijn? Want dat is het, dat is de identiteit volgens grootmoeder Marketing: de jongeren hullen in schijn, het voortdurende verlangen om fotogeniek te zijn bevredigen… Verduiveld, dat is een serieuze rivaal voor de leraren, die verkoopster van kant-en-klare plaatjes!”

Tegelijkertijd put Pennac hoop uit de veerkracht van kinderen: “Onderschat die kinderen niet, vergeet niet hoe veerkrachtig ze zijn! En hoe slim, als ze eenmaal door de puberteit zijn gekomen. De meesten slaan zich er heel goed doorheen.” Hij herinnert zich meneer Bal, zijn wiskundeleraar in de vijfde klas. “Qua manier van bewegen was hij de tegenpool van Keating; hij was zo onfotogeniek als maar kon: hij had een eivormig gezicht, een schelle stem en niets aantrekkelijks. Hij zat altijd achter zijn bureau op ons te wachten, groette ons vriendelijk en vanaf zijn eerste woorden zaten we in de wiskunde. Waaruit bestond dat uur dat we er zo goed bij waren precies? Voornamelijk uit de stof die meneer Bal onderwees en waar hij helemaal van vervuld leek te zijn – wat hem tot een opmerkelijk levendig, kalm en goed iemand maakte. Een vreemdsoortige goedheid, die puur en alleen in kennis wortelde, de natuurlijke behoefte om de ‘stof’ met ons te delen die zijn geest zo in vervoering bracht en waarvan hij zich niet kon voorstellen dat die bij ons weerzin zou kunnen oproepen, of dat we er simpelweg onbekend mee waren. Bal was vervuld van zijn stof en van zijn leerlingen.”

Goede leraren laten volgens Pennac niet los. Ze laten zich niets wijsmaken over een mogelijk gebrek aan kennis. Het beeld van het reddende gebaar bij iemand die in het water is gevallen, de hand die je naar boven trekt ondanks je gespartel, dat krachtige beeld van een hand die de kraag van een jas vastgrijpt. Afsluitend ziet hij dat de huidige onderwijsprofessionals veel maatschappelijke problemen in de klas krijgen en zeggen: “Wij leraren zijn er niet voor om binnen de school de maatschappelijke problemen op te lossen die het overdragen van kennis in de weg staan; dat is niet ons werk.” Natuurlijk moeten surveillanten, pedagogen, maatschappelijk werkers en psychologen hun werk doen. Maar we zijn ook in een nieuwe fase beland, die zich steeds meer zal moeten richten op de verbetering van de communicatie met de leerlingen.

En wat mij betreft begint dat met jezelf kwetsbaar opstellen, het organiseren en promoten van tegenspraak, en daarnaast ook de nodige grenzen durven aangeven.

Reageer

Durf: Morele Ambitie in Actie

In zijn boek “Morele ambitie” moedigt Rutger Bregman zijn lezers aan om moreel ambitieuzer in het leven te staan. Het boek leest makkelijk weg en biedt voldoende nuance om niet drammerig te zijn. De hoofdlijnen zijn helder en overtuigend. Bovendien verkent Bregman verschillende aspecten van morele ambitie met treffende voorbeelden, wat de boodschap nog krachtiger maakt.

Hij benadrukt niet alleen de waarde van ambitie, maar toont ook overtuigend aan waarom het zinvol is.

Bregman citeert Margaret Mead:

“Twijfel er nooit aan dat een kleine groep van weldenkende, toegewijde burgers de wereld kan veranderen. Het is namelijk nooit anders gegaan.”

Dit krachtige citaat vormt de kern van zijn betoog. Bregman onderbouwt dit keer op keer met voorbeelden uit industrie, activisme, politiek en ondernemerschap. Hij laat zien hoe vaak in de geschiedenis een kleine groep gemotiveerde mensen de drijvende kracht achter belangrijke veranderingen was. Het zijn de mensen die tegen de stroom in durfden te gaan en nieuwsgierig op onderzoek uitgingen. Elke grote ommekeer in de geschiedenis begon met een individu die het lef had om verandering te brengen.

Maar wie zijn nu de professionals die ‘het verlangen hebben om verschil te maken en iets achter te laten wat er werkelijk toe doet’? Het antwoord begint bij onszelf. Laten we in de spiegel kijken en ons afvragen wat wij doen om van meerwaarde te zijn voor anderen, zowel dichtbij als ver weg.

Durf jij het aan om de wereld te veranderen?

Stel dat je ziet dat er onrecht wordt aangedaan in jouw omgeving, zoals discriminatie of ongelijkheid.

  • Jouw Morele Ambitie wordt getriggerd: Je voelt een sterk verlangen om rechtvaardigheid en gelijkheid te bevorderen, toch?
  • Durf: Je verzamelt de moed om op te staan tegen de onrechtvaardigheid, ondanks de angst voor repercussies of confrontatie. Je staat even stil, pakt je focus en denkt na wat te doen.
  • Actie: En dan zou het kunnen dat je protesten organiseert, gesprekken voertmet beleidsmakers, of campagnes start om bewustzijn te vergroten en verandering te bevorderen.

Durf, morele ambitie en actie werken samen om een positieve impact te creëren. Morele ambitie geeft de richting, durf biedt de nodige kracht om door te gaan, en actie maakt de intenties en moed tastbaar en effectief.

Reageer

Boek review ‘One Day’ van Tabe Ydo: Durven is hart-werken!

Tabe Ydo heeft na een persoonlijke zoektocht van 30 jaar geleerd  in wat je nodig hebt om je leven in 1 dag naar de next level te tillen.  Zijn aanpak is tijd toe te voegen aan je dag en maximaal te leven.
In zijn boek “One Day” beschrijft de aanpak en onderbouwt het met zijn ervaringen en input uit diverse onderzoeken.
Wat haal ik er voor mezelf uit?
In ieder geval veel mooie spreuken. Bijvoorbeeld: “Het slechte nieuws is: de tijd vliegt. Het goede nieuws  is jij bent de piloot!” (Michael Althsuler). Ydo stelt dat de dood misschien wel het grootste goed is dat er bestaat. Het zorgt ervoor dat de tijd op aarde kostbaar en bijzonder is. Neem de tijd niet voor lief. En hij stelt dat we dan daar ook maximaal van moeten genieten.
Hij gebruikt een formule: Uren aan je dag toevoegen + tijdsbeleving vertragen + jaren aan je leven toevoegen.
De vraag komt dan op of we niet moeten schakelen van “Alles uit het leven halen” naar “Alles in het leven stoppen?”
En hoe bijzonder is het dat IK op aarde ben en de kans krijg met een beperkte tijd!
De tijd nemen al is het maar 10 minuten, om even alles langs te laten komen, is cruciaal om de juiste beslissingen te nemen
Basis:
Werken aan een krachtige gezondheid door te bewegen, goed te slapen, bijtijds op te staan .
En:
Hart-werken: Hoe sneller je hartslag is, hoe sneller je je hart “verbruikt”. Hoe lager je hartslag, hoe langer je leeft.
Tabe Ydo in One Day: ” Hoe gezonder je cellen, hoe minder snel je ouder wordt. Ieder hart heeft een maximaal aantal hartslagen en OP=OP. ” en “Verlaag je je hartslag met vijf slagen per minuut, dan kan een vrouw bijvoorbeeld 2,6 en een man 2,9 jaar aan zijn leven toevoegen.”
Het hart staat direct in verbinding met ons brein. Door het pompen van het bloed stuurt het zuurstof, voedingsmiddelen en hormonen naar elke cel. De vaten zorgen voor het transport van het bloed. Dus hoe beter je zorgt voor je hart des te beter “Brain 7 Body” functioneren. Om te durven is deze krachtige basis nodig. Dan kun je vanuit kracht “wipwappen” op de wip tussen lef en durven en tussen snelheid en verlangzaming.
Goed zorgen voor je hart doe je door te bewegen (hoge intensiteit is beter), goed en gezond te eten, positief omgaan met belemmeringen en kansen en het oefenen daarbij van je diepe buikademhaling. (werkt goed met bij Koud water zwemmen!)
Reageer

Think and Grow Rich: Yes You Can! Nou……Je moet wel Durven…

Ik heb laatst ´Think and Grow Rich´ van Napoleon Hill gelezen. Het yes-you-can-gehalte is echt aanwezig in dit boek. Je leest veel praktische opdrachten en confronterende vragen. Het bevat een formule om je zelfvertrouwen op te vijzelen, tips om het onbewuste te beïnvloeden, gespecialiseerde kennis te vergaren, je verbeelding op te rekken, lichaamstaal te verbeteren, zakelijke kansen te ontdekken, doorzettingsvermogen te ontwikkelen, negatieve emoties weg te werken, enzovoort.
Je moet het alleen nog even durven en doen……
Interessant in het kader van durven is dat angst de tegenhanger is voor durven. Volgens Hill werkt de angst voor armoede verlammend op arme mensen.  En juist zien angst  juist als een aansporing om vermogen op te bouwen. En volgens Hill  begint rijker worden door te gaan denken zoals de rijken doen. Een andere mindset ten opzichte van angst dus. Aangevuld met een een doel, vasthoudendheid en een echte motivatie om je angst voor armoede om te turnen naar rijkdom.
Ik zie rijkdom en vermogen trouwens niet alleen in financieel kapitaal. Mijn rijkdom zit met name in het sociale kapitaal.
Emotioneel krediet door gul te geven en iets doen voor anderen waar het kan.
Hill (bron Wikipedia)
In “Think and Grow Rich” van Napoleon Hill staat moed en durf centraal als essentiële ingrediënten voor succes. Hill moedigt lezers aan om hun angsten te overwinnen en vastberadenheid te tonen in het nastreven van hun doelen. Door inspirerende voorbeelden van moedige individuen, zoals Henry Ford en Helen Keller, illustreert Hill hoe het overwinnen van angst en het nemen van risico’s leidt tot groei en prestatie. Hij benadrukt het belang van het durven uitdagen van conventionele denkwijzen en het volgen van je eigen intuïtie. “Think and Grow Rich” is een gids voor lezers die bereid zijn om buiten hun comfortzone te stappen en te streven naar persoonlijke en professionele groei.
Het zijn maar 6 stappen!
De eerste stap is een helder doel stellen. Concreet.
De 2e stap is jezelf de vraag te stellen wat je ervoor wilt doen of laten: niets is voor niets. Het kost je wat en het levert je iets op.
Vervolgens plan je een startdatum en maak je een duidelijk omschreven plan om je verlangen uit te voeren.
En begin er meteen mee, of je er nu klaar voor bent of niet.
Stap 5 is het daadwerkelijk beschrijven van wat je gaat doen in een leidraad of motto. Afsluitend lees je dit elke dag hardop voor het slapen gaan, en elke dag vlak na het opstaan.
Welke stappen heb ik zelf gemaakt buiten mijn comfortzone ?

Durven en Doen!

  • Bij het Jan Speijker Centrum voerde ik de administratie maar kon mij ook ontwikkelen als sociaal dienstverlener. Ik zette een spreekuur op, ik gaf schaatsles aan vluchtelingen…gewoon durven en doen!
  • Daarna ben ik groepsleider bij een instelling voor LVB jongeren en woonbegeleider voor Vluchtelingen geweest (zonder diploma of werkervaring) …. durven en doen!
  • Op mijn 30e mijn HBO diploma gaan halen in deeltijd ….durven en doen!
  • Bij arbeidsvoorziening een project opgezet om justitiële jongeren te bemiddelen naar werk, methodiek hiervoor ontwikkeld en 12 professionals aangestuurd… (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Overgestapt als Loopbaantrainer bij IBO … (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Een jaar in het VMBO lesgegeven …… (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • 11 jaar lesgeven, succesvolle projecten leiden, methodiek ontwikkelen, opleidingscoordinator Diemen… (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Als zelfstandige agressietrainingen geven … (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Werken voor de UvA … (zonder WO-diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Op mijn 54e volledig zelfstandig Bureau Voor Durf opgezet … (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Voorzitter en uiteindelijk directeur van een ondernemersvereniging OVZZ geworden … (zonder diploma of werkervaring) ….durven en doen!
  • Op mijn 57e gestart met Master Human Development …….durven en doen!
  • En nu een boek geschreven:….durven en doen!
Bonus:
Ik hou van mooie gezegden en uitspraken. Dit boek had er vele. Mooie uitspraken in het boek:
“Ik ben de meester van mijn lot, ik ben de kapitein van mijn ziel.”
“Je wordt wat je gelooft. Niet wat je hoop, wat je wenst, of wat je wilt. Je wordt waar je diep vanbinnen echt van overtuigd bent.“
“Ergens in onszelf hebben we een kracht die elke droom en ieder verlangen kan waarmaken. Het gaat erom dat je kracht ontdekt en leert te gebruiken.“
“Investeren in jezelf is de beste investering die je kunt doen.“
“Als je geen grote dingen kunt doen, doe dan kleine dingen op een geweldige manier.”
“Een van de oorzaken van falen is de gewoonte om op te geven bij tegenslag.”
“Als dat wat jij wilt goed voelt en je bent zeker overtuigd, doe het dan.”
“Het droom van groot succes begint met een droom”
“Onze enige beperking is onze gedachte.”
“Geloof is de belangrijkste alchemist van de geest.“
“Je bent wat je bent door de over gedachten die je gedrag aansturen.“
“Geloof is het startpunt van alle verloren.”
“De weg naar succes is de weg van jezelf ontwikkelen.“
“Zowel succes als komt voort uit gewoonten.“
“Een opgever wint nooit en een winnaar geeft nooit op.”
“Geen enkele leider is te druk om iets te doen wat er van hem wordt gevraagd in zijn rol als leider.”
“Voordat je de omstandigheden onder controle kunt hebben, moet je jezelf onder controle hebben.“
“Wanneer je in de spiegel kijkt, kun je beide je beste vriend als je grootste vijand tegenkomen.“
“Mislukking wint het nooit van door ontwerp.“
“Iemand die kans niet grijpt, moet genoegen nemen met wat er rest en anderen hun keuze hebben gemaakt.“
“De praktijk van ware wijsheid is nog steeds bescheidenheid.”
“Als je je door van anderen laat leiden, zul je nooit je hart volgen.“
“Ik vertel de wereld wat ik van plan ben, maar ik laat het eerst zien.”
“Wilskracht en verlangen vormen, indien ze goed worden gecombineerd, een onoverwinnelijk team.”
“Succes begint met verlangen.”
“Transformatie een verandering in je hart, niet in je hoofd.”
“Angst is een mindset – niets meer van minder.”
“Pessimisme leidt tot vergiftiging van jezelf en tot een slechte gemoedsgesteldheid.“
“Kritiek is de enige vorm van dienstverlening die iedereen in overvloed heeft.“
Reageer

#72 Boektip: ‘Met de Ziel onder je arm’ Durf je wankelmoedig te zijn?

Wie met zijn of haar ziel onder de arm loopt, loopt doelloos rond of zit te lanterfanten. De betreffende persoon heeft niet zoveel te doen en verveelt zich. Hij of zij loopt doelloos rond, met andere woorden: met de ziel onder de arm. Dat moet je maar eens durven als leraar tegenwoordig: lanterfanten!
In “De ziel onder de arm” heeft de schrijfster en filosofe Désanne van Brederode een selectie gemaakt van enkele van haar artikelen en lezingen. Deze bundel geeft een inkijkje in haar persoonlijke ervaringswereld, variërend van jeugdherinneringen tot vakantiebelevenissen.
De artikelen zijn thematisch verdeeld over vier afdelingen, met titels als “Zelfportret met wolken” en “Op zoek naar wankelmoed”.
Wat neem ik, vanuit ‘durf’-perspectief, mee?
Ik lees ‘De ziel onder de arm’ niet als lanterfanten maar juist dat we als docent of trainer zowel bewust handelen als intuitief handelen (vanuit de ziel). Je werkt met de ziel onder de arm.
De ziel onder de arm is dat we ook ons ‘kind’ in ons zelf ook meer ruimte geven. Durf eens te spelen!
De schrijfster beschrijft haar TV-ervaringen uit het verleden. Wie, van mijn leeftijd, herinnert zich “Kent u de weg naar Hamelen nog?”. De kinderprogramma’s van destijds gaven ons als kind een optie om onze zogenaamd niet meer te realiseren idealen projecteren. Lekker vies doen, hard gillen, mensen achter hun rug om nadoen, tekeningen aanbieden aan kinderen in een land in oorlog, ongegeneerd huilen om een kwijtgeraakte poes wat zouden we wellicht nu nog dat graag willen doen? Durven we dat nog?
De ziel onder de arm is voor mij als ‘durver’ dat je ook eens uit de pas durft te lopen.
We zijn, volgens van Brederode, steeds meer bezig esthetisch te zijn in plaats van onszelf te omarmen en te accepteren. We willen het mooie van elkaar zien en de mindere punten niet. Als je je stem laat horen, durf je dan onzuiver te klinken? Dan zingen we liever niet. Het echtste van onzelf willen we niet laten zien.
Vluchten, vechten of verstarren?
Wanneer zaken echt als gevaarlijk worden ingeschat zijn dat veelal de reacties die volgen. Durven vraagt om de inzet van de ratio versus deze impulsen.
Van Brederode rookt. Roken en de dood zijn verbonden. De waarschuwende teksten die tegenwoordig op de pakjes staan bevestigen dat. Willen rokers juist dood? Van Brederode beschrijft roken als een verlangen naar Thanatos, zij het in sterk verdunde vorm, doet de roker steeds weer naar de lijkbleke stokjes grijpen, zegt zij. Hebben de autocoureur en de bungeejumper lol in het spel met hun activiteiten? Ik denk het wel. Durven heeft ook te maken het risico’s aangaan. Een belangrijk element in het durven. Van Brederode ziet roken niet als durven maar eerder als lafheid om andere risicovolle activiteiten niet aan te gaan. Roken is vluchten wanneer zaken teveel worden of gevoelens te groot of heftig worden.
Notoire drinkers verlangen volgens haar wellicht terug naar: “de heerlijk warme, maar wezenloze staat van de foetus in de baarmoeder, naar de oorverdovende hartendreun van hun draagster, naar het wijnrode filterlicht en het deinen op andervrouws tred, naar de gedachteloze halfslaap waarin ze teugjes namen van hetzelfde vruchtwater waarin ze piesten en naar de vage, hormonale stemmingen die via de navelstreng het vliesdunne lichaam…” zo had ik het drinken nooit ervaren maar ook drankgebruik (zeker notoir) is veelal vluchtgedrag. Terwijl het ook juist vaak mensen overmoedig maakt.
Van Brederode stelt dat we soms harde heelmeesters nodig hebben. En dan volgt een straffe innerlijke strijd, tegen een bepaalde mentaliteit of ingesleten gewoonte. Overtuigingen zijn gevangenissen, schreef de filosoof Friedrich Nietzsche reeds.
Durven veranderen vraagt als het ware dat je achteruitloopt in plaats van vooruit. Als je achteruitloopt zet je kleinere stappen dan bij het normale vooruitlopen., stelt Van Brederode. Wie het aandurft om zijn passen bewust wat groter te nemen, zal merken dat hij gaandeweg de angst voor een obstakel overschreeuwd.
Als je het goed aandurft staat waarnemen en denken staan volledig in dienst van het lopen. Wat ontwaakt in de vrij om zich heen kijkende achteruitloper, is zijn (beeldende) voorstellingsvermogen, stelt de schrijfster.
Neem je passen een bewust kleiner, ervaar wat je zintuigen je aangeven en vergroot dan langzaam je passen weer!
De ziel onder je arm als leraar:
Ken jij als leraar je klas goed? Ben je voldoende verbonden? Denk aan die ene leraar die geconcentreerd sommen op het schoolbord , of een mooie tekening maakte, en dan opeens, zonder zijn blik van het krijtje in zijn handen los te maken, kon zeggen: ‘Wil je naar het bord kijken, Rob?’.
Ben jij je bewust van de kracht van je gewoontelichaam, een lichaam dat zich kennelijk bepaalde (storende) details in een ruimte herinnert en ‘weet’ hoe het hierop moet reageren, zonder dat je er bewust naar hoeft te kijken of over hoeft na te denken? Oefen je dat wel eens?
De eerder genoemde leraar kent zijn klas goed en voelt zich zeer met elk van zijn leerlingen verbonden – die verbinding blijft bestaan, ook als hij schijnbaar volledig opgaat in het schrijven op het schoolbord.
Dus: geef eens les met de ziel onder je arm: durf bewust handelen én intuïtief te handelen (vanuit de ziel).
Reageer

#71 Boektip: “De Cambridge happiness-profiler” Durven en Geluk gaan heel goed samen!

Durven en Geluk gaan heel goed samen!
Het streven naar een gelukkig leven is universeel. Patrick van Hees, spreker, schrijver en coach, introduceert de CHAP-test in zijn boek “De Cambridge happiness-profiler” om inzicht te geven in jouw ware geluksbronnen.
Ik ken Patrick vanuit het Zaanse netwerk als een practice what you preach man!
Dus als ik het boek lees zie ik het hem ook doen!
Het boek, verdeeld in drie hoofdstukken, begeleidt lezers door de CHAP-test, geluksvoorspellers en praktische toepassing van gelukstips. Hoewel sommige uitleg voor de hand ligt, bieden persoonlijke ervaringen en concrete tips een waardevolle leidraad. Ik herken ook een aantal durfversnellers in het boek!
Wat neem ik mee uit dit boek vanuit mijn ‘durf-perspectief’?
Patrick stelt dat geluk ook een volwassen manier met het leven omgaan is, waarbij je moeilijkheden het hoofd biedt, het beste uit jezelf haalt en optimaal functioneert, binnen de mogelijkheden die jij hebt. Zijn enige verzoek is: don’t knock it ‘til you try it, probeer het gewoon en oordeel later.
Geluk is net zoals durven het proberen waard.
Een 2e link is het thema ‘Dankbaarheid’, dit helpt je om de aandacht te richten op dingen die goed gaan in je leven, waardoor je een soort zoeklicht ontwikkelt voor positiviteit. Een durfversneller is optimisme!
Als je dingen doet die goed bij je passen en waar je zelf voor hebt gekozen, geeft dat je geluk een impuls. Onafhankelijkheid maakt je sterker en draagt bij aan je zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen en een gevoel van autonomie zijn bewezen bouwstenen waar durven op gebouwd is.
Uit hersenonderzoek blijkt dat het maken van een actielijst je hersenen stimuleert om dopamine aan te maken. Dopamine is een neurotransmitter, een lichaamseigen drug, dat ook durven kan versterken.
Durven doe je veelal in kleine stappen en doelgericht. Acties om naar uit te kijken Iedereen heeft doelen nodig: grote en kleine doelen, voor de korte en lange termijn. Elke keer als je een stap behaald hebt, vergroot dat je geluksvoel. Soms is het lastig om (ver) vooruit te denken, een planning te maken voor iets wat je op langere termijn wilt bereiken en hier vervolgens daadwerkelijk mee te starten. Het lijkt namelijk nog zo ver weg. Het opknippen van doelen werkt bij durf en het vergroten van je geluksgevoel erg goed.
Bij het durven gebruiken we de Leidraad. Opgesteld uit waarden die jou in het durven ondersteunen. THE WHY! Van Hees zegt hierover: de vraag die we ons eigenlijk zouden moeten stellen is niet hoe we onze tijd indelen, maar waarmee we dat doen.
De schrijver zegt dat Oplaadpunten essentieel zijn. Dit zijn activiteiten die je energie geven, ik zie dat als een vorm van zelfzorg.
Zonder zelfzorg is het zwaarder om te durven.
Durven is soms nog niet zo makkelijk, er kunnen ook remmers zijn. Hoe ga je daar mee om? Zowel Van Hees als ik geven aan dat bijvoorbeeld relativeren heel goed werkt. Met optimisme (een versneller) vind je vaker oplossingen en vergroot je je veerkracht bij tegenslagen: kop op!
Van Hees ziet ook de functie van acceptatie. Weet wat wel en niet kan. Het is ook okey om dingen spannend te vinden. Accpteer dat.
Het betekent ook niet dat je gefaald hebt; je erkent dat jouw aanpak of houding tot nu toe niet goed genoeg werkt en dat je iets anders wilt proberen. Acceptatie betekent ook niet dat je iets tolereert, want tolereren is iets dat je normaal gesproken alleen maar tijdelijk doet en acceptatie betekent ook niet dat je je wentelt in zelfmedelijden, zegt van Hees.
Er is nog veel meer te vertellen waar ‘geluk’ het ‘durven’ raakt. Maar dan moet je het boek aanschaffen en zelf lezen.
Bestellen via: https://www.thema.nl/boek-de-cambridge-happiness-profiler/
Er is veel te doen, durven is te doen en ‘geluk’ zeker ook!
Reageer

#70 Bookreview “Misschien moet je iets lager mikken”, Klasse laat je nooit los. Klasse vormt wie je bent.

Paul de Regt (docent Haagse Hogeschool) las een 1e versie van mijn nog uit te komen boek en tipte dit boek van Milio van de Kamp. We zijn beiden 1e generatie studenten en herkennen veel van onze eigen levensweg in dit boek.
Milio van de Kamp (1991) is socioloog en werkzaam als universitair docent aan de UvA. In 2022 werd hij verkozen tot FMG Docent van het jaar.
Hij is opgegroeid in armoede en hij geeft in zijn boek “Misschien moet je iets lager mikken”een unieke, persoonlijke blik op maatschappelijke ongelijkheid.
Het begint eigenlijk al met je startgevoel en perspectief. Ik heb altijd opgekeken naar mensen uit een ‘hogere’ klasse. In het verleden verhield ik mij ten aanzien hetgeen ‘hoger’ was.
“Het patroon van lage verwachtingen komt voort uit de sociale klasse waarin ik ben opgegroeid. Als je wordt geboren met weinig voel je al snel wat jouw plek in de wereld is.”
Ik groeide op in Amsterdam-Noord in een buurt waar je een vechtersmentaliteit krijgt aangeleerd. Deze mentaliteit gebruikte ik voor mijn klim op de maatschappelijke ladder. Trede voor trede. Op karakter, wilskracht, talent, geluk én zelfkennis werd ik van een dubbeltje een kwartje. Ik was (en ben nog een beetje) een Amsterdams lefgozertje.
Van de Kamp beschrijft haarfijn hoe de code van de straat zich verhoudt met de code van de school:
“De code van de straat staat voor masculiniteit, eer, respect en machogedrag en de verwachting vanuit deze cultuur was duidelijk: op het moment dat iemand je uitdaagt toon je dominantie. Je handelt meteen, geeft de eerste klap en moet als winnaar uit de strijd komen, anders verlies je het respect nog voordat je het überhaupt hebt opgebouwd. De code van de school betekende juist het tegenovergestelde en is meer gericht op zelfontplooiing, zelfverwezenlijking “
“De keuze tussen de straat- en schoolcode is geen rationele. In een fractie van een seconde nam de straatcultuur, de cultuur die ik het best kende, de overhand.”
Mijn lef werd in de straatcultuur opgebouwd.
En toch ook toen al in balans gehouden door mijn denkkracht.Wel het lef voelen, maar vaak net even slimmer (doordachter) te zijn. Dat heeft mij (en mijn zus) veel klappen bespaard. Dat ‘slimmer’ zijn, had twee kanten. Ik kon goed leren. En mijn ouders hadden het beter dan die van Van de Kamp. Echte armoede en agressie heb ik niet gekend. Mijn startpositie was zeker beter als die van hem. Ik kwam wel thuis bij vriendjes als Van de Kamp en zag de verschillen.
Van de Kamp beschrijft dat hij zijn manier van spreken ook binnen een paar stappen wist aan te passen. Herkenbaar: ik ben in no time zo teruggeschoten in mijn oude manier van praten: de straattaal.
Het effect van (destijds) mijn plat-Amsterdamse accent klinkt soms nog door. Mijn accent heeft geen waarde, want het is geen onderdeel van de heersende norm, zegt hij. Het accent werkt je juist tegen in de onderwijswereld.
Momenteel voer ik veel opdrachten in het onderwijs uit. Door het boek ben ik weer scherper op hoe klasse-ongelijk ons onderwijs vaak kan zijn. De schrijver citeert Bourdieu: “De onzichtbaarheid van klassenongelijkheid in het onderwijs vanuit het idee dat hij ‘cultureel kapitaal’ noemt, het gevoel en de kennis die je hebt van de cultuur, de mores, de gebruiken en de normen in een bepaalde omgeving, zoals bijvoorbeeld de universiteit. Het gaat om een feel for the game, om aanvoelen hoe je ergens hoort te praten, bewegen en je gedragen. Hij liet zien hoe de middenklasse en elite het onderwijs domineren. “
Volgens Bourdieu werkt het bestaande onderwijssysteem privileges in de hand. Het cultureel kapitaal van de middenklasse en elite wordt gezien als neutraal, met als gevolg dat degene die niet aan de heersende normen en waarden voldoen, ook geen normen en waarden hebben.
Deze generatie wordt echter getoetst op normen en waarden die door de middenklasse en elite zijn bepaald, waardoor de kinderen die zich hier het meest mee kunnen identificeren (en er het beste op zijn voorbereid door hun opvoeding) het hoogst scoren.
“De 1e generatiestudenten moeten leren zich aan te passen aan de context van de universiteit, zowel sociaal als academisch, en hun doel scherp voor ogen moeten houden. Het beheersen van deze drie elementen bepaalt uiteindelijk of iemand succesvol weet te navigeren in de wereld van de heersende klasse. “
Klasse laat je nooit los. Klasse vormt wie je bent.
Reageer

GZ-Plein interview: Wat is assertiviteit en hoe vergroot je het? – Tips van een expert

Lisa Reinerink nam voor GZ-plein het onderstaande interview met mij af:

‘Kan je nog even snel de notulen van de vergadering uittypen voor morgen?’ vraagt je baas net voordat je ’s avonds naar huis wilt gaan. ‘Ja hoor, geen probleem’ reageer je automatisch. Achteraf baal je; je had assertiever moeten zijn. Je hebt ten slotte afgesproken om vanavond uit eten te gaan met je partner voor zijn verjaardag. Alleen hoe zorg je ervoor dat je op een goede manier je grenzen aangeeft? Je wilt namelijk niet agressief of boos overkomen, maar je wilt wel duidelijk maken aan je baas dat je niet steeds wilt overwerken.

Wij gingen in gesprek met Rob Smits, oefenmeester in durf. Rob is eigenaar van Bureau voor Durf. Hij geeft assertiviteitstrainingen en lessen hoe je omgaat met agressie en weerstand. Rob is opgegroeid in Amsterdam Noord. ‘Ik woonde in een pittige wijk, waar ik wel eens in lastige situaties terecht kwam op straat. Over de jaren heb ik geleerd om verbaal sterker te worden. Deze ervaringen heb ik meegenomen naar Bureau voor Durf.’

Wat is assertiviteit?

Volgens Rob betekent assertiviteit dat je voor jezelf opkomt zonder daarbij de grens van de ander uit het oog te verliezen. Het is de gulden middenweg tussen sub-assertiviteit en agressiviteit. ‘Als je sub-assertief bent, dan vind je de mening van anderen belangrijker dan je eigen mening en laat je makkelijk over je heen lopen. Bijvoorbeeld bij een vergadering zeg je pas iets als iedereen aan de beurt is geweest. Het tegenoverstelde hiervan is agressiviteit. Agressieve mensen komen voor zichzelf op, maar houden te weinig rekening met de grens van de ander. Soms gaat dit gepaard met een sterke verbale of fysieke reactie, maar het kan ook op een subtiele manier.’

Kan iedereen het leren?

Volgens Rob kan iedereen leren om assertiever te communiceren. Alleen verschilt de startsituatie per persoon. ‘De één is van zichzelf al assertiever dan de ander. Als je een temperamentvolle persoonlijkheid hebt, dan ben je eerder geneigd om op een assertieve of agressieve manier te communiceren. Ook de omgeving, waarin je bent opgegroeid, heeft invloed op je startsituatie. Zo hebben mensen uit het westen van het land vaak meer “het hart op de tong” in vergelijking met mensen uit het oosten van het land, die vaak wat terughoudender zijn qua communicatie. De motivatie om te veranderen is ook van invloed. Bij sommige mensen is de pijn nog niet sterk genoeg om voor zichzelf op te komen. Toch, als je altijd over je heen laat lopen, dan komt er vaak een punt dat je er klaar mee bent en dat je beseft dat er iets moet veranderen.’

Voorwaarden voor assertieve communicatie

Hoe komt het dat het in de ene situatie makkelijker is om assertief te communiceren dan in de andere situatie? Volgens Rob heeft dat alles te maken met context. ‘Een leraar kan bijvoorbeeld duidelijke regels hebben naar zijn klas toe, maar bij een gesprek met zijn leidinggevende totaal niet assertief zijn. Om assertief te communiceren is het belangrijk dat er een cultuur hangt waarin je je veilig genoeg voelt om dit te doen. Als er in een organisatie een cultuur hangt waarbij het “not done” is om voor jezelf op te komen of je mening te delen, dan ga je dit automatisch niet doen. Ook de mate waarin assertiviteit gestimuleerd wordt is belangrijk. Als een leider regelmatig uit zichzelf vraagt om feedback, dan leren mensen zich te uiten. Op deze manier worden assertiviteit en tegenspraak als het ware “uitgelokt”.’

Hoe pak je het aan?

‘Bij een lastig gesprek is het belangrijk om een goede gespreksbasis te vinden met je gesprekspartner. Hiermee zorg je ervoor dat je het allebei al op één punt eens bent. Dit kan je doen door het gesprek te starten met een zin als: “Ik vind het belangrijk om open en eerlijk te communiceren. Vind jij dat ook?” of “Ik vind het belangrijk dat je weet wat er bij mij speelt en dat we dingen met elkaar delen. Vind jij dat ook?”. Hiermee zorg je ervoor dat de ander open staat om jouw feedback te ontvangen. Ook de timing en plek van het gesprek zijn goed om in het oog te houden. Als je een collega wilt vertellen dat je je irriteert aan zijn gedrag, is het niet handig om dat tijdens de lunchpauze te vertellen wanneer iedereen samen aan één tafel zit.’

‘Als je een gesprek niet kan timen, dan is het belangrijk dat je in een goede staat bent. Als je zenuwachtig of boos bent, dan zal je jezelf eerder te kort doen of reageer je juist heel bot. Hierdoor komt de boodschap minder goed over. Zelfcontrole is dan cruciaal: reageer pas als je in controle bent. Ook als de ander boos is, is het beter om rustig te blijven en niet terug te schreeuwen en schelden. Ik leer mensen hun zelfcontrole te vergroten door ze ankeroefeningen mee te geven. Een ankeroefening is een handeling die je altijd op dezelfde manier uitvoert, waardoor je automatisch een rustig gevoel bij jezelf activeert. Ademhalingsoefeningen, waarbij je diep inademt en langzaam uitademt, kunnen ook helpen om rustiger te worden. Ook in koud water zwemmen kan helpen om meer zelfcontrole te ontwikkelen. Door de extreme kou wordt er automatisch een angstreactie in gang gezet in je lichaam, maar door te oefenen leer je deze reactie te beheersen met je brein.’

‘Voor sub-assertieve mensen kan het erg lastig zijn om assertiever te communiceren. Vaak ligt hier angst of perfectionisme onder. Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat anderen hun afkeuren als zij hun mening vertellen of zeggen pas iets als ze het goed genoeg vinden. De eerste stap om je gedrag te veranderen is bewustwording. Je moet je eerst bewust worden van waarom je op een sub-assertieve manier reageert. Begin vervolgens met het zetten van kleine stappen. Als je wilt leren om ”nee” te zeggen tegen je baas, kan je dit ook eerst oefenen in een veilige situatie, bijvoorbeeld met je partner of je broer. Bedenk dat je fouten mag maken; durf te falen. Het zal niet altijd lukken om assertief te reageren, maar door kleine stappen te zetten zal je je hierin ontwikkelen. Besef dat je om hulp mag vragen. Bij de assertiviteitstrainingen koppel ik mensen altijd aan een “kritische vriend”. Je stelt dan vooraf allebei een doel op en vervolgens bevraag je elkaar wekelijks hoe het gaat met de doelen. Op deze manier worden mensen gestimuleerd om aan hun doel te werken, omdat ze een “verantwoording” moeten afleggen aan iemand.’

‘Verder zijn er bepaalde zaken die werken als versnellers om assertiever te communiceren. Als je optimistisch bent, is het makkelijker om te bedenken “Ik probeer het de volgende keer weer”. Nieuwsgierigheid heeft ook een positieve invloed. Ik geef mensen vaak de oefening mee om eens een andere route naar werk te nemen en onderweg drie foto’s te maken. Als je telkens iets anders doet, word je wendbaarder in lastige situaties. Daarnaast zijn goede voorbeelden belangrijk. Vraag eens aan iemand in je omgeving hoe het diegene gelukt is om voor zichzelf op te komen. Dit kan veel inspiratie geven. Tot slot, blijf de uitdaging aangaan; dat houdt je scherp en is realistisch, want waarschijnlijk komen er meer situaties op je pad die om een assertieve aanpak vragen.’

Tips van Rob

1. Word je bewust van je eigen gedrag en ga na waarom je op een bepaalde manier communiceert.

2. Begin met kleine stappen door te oefenen in een veilige situatie.

3. Bedenk dat je fouten mag maken; durf te falen.

4. Zoek een maatje om mee te sparren of vraag eens aan anderen hoe het hun is gelukt om voor zichzelf op te komen in een lastige situatie.

5. Wees optimistisch en nieuwsgierig.

6. Vergroot je zelfcontrole met ademhalingsoefeningen en ankeroefeningen. Of ga eens zwemmen in koud water.

7. Probeer bij een lastig gesprek je emoties te beheersen en zoek een goede gespreksbasis met je gesprekpartner.

8. Tot slot: blijf de uitdaging aangaan!

 


Wil je meer lezen over assertiviteit? In dit artikel lees je een interview met coach Linda Hoitinga. Bekijk ook de video waarin Linda tips geeft hoe je stopt met pleasen.

Bron: interview met Rob Smits, https://rob-smits.nl/
Auteur: Lisa Reinerink 
april 2023

https://gz-plein.nl/aanbod/assertiviteit-wat-is-het-en-hoe-vergroot-je-het

Reageer

Interview: Rob Smits van Bureau Voor Durf ‘Het is belangrijk dat je jezelf durft laten zien’

Wij Business News nam het onderstaande interview met mij af:

 

Zaandam,
Voor oefenmeester Rob Smits, staat het concept durf centraal. Dit was ook de inspiratie die hij had om zijn eigen Bureau voor Durf te ontwikkelen. Daar waar mensen een stap niet durven zetten, geeft Rob training en begeleiding om hen toch die durf te geven.

Hoe is het idee van Bureau Voor Durf op jouw pad gekomen?

“Ik werkte voordien als zelfstandige trainer & coach. Ik deed toen allerlei soorten trainingen, maar ik had behoefte aan een soort focus. Ik sprak met een vriend die goed is in corporate identity. Daar kwam naar boven dat durven altijd al het centraal punt was geweest in mijn leven. Zo is de inspiratie gekomen om het bureau ook Bureau Voor Durf te noemen. In mijn master had ik destijds ook een onderzoek gevoerd naar wat durf precies inhoudt om mijn trainingen wetenschappelijk te onderbouwen.”

Waarom hebben mensen het volgens jou zo moeilijk om een nieuwe stap te durven zetten?

“Dat is een goeie vraag! Tegenwoordig zijn er dynamieken die het minder makkelijk maken om te durven. Als je echter iets belangrijk vindt, moet je daar ook echt voor durven gaan. Dit is iets wat veel mensen nu nog niet durven. De maatschappij is heel dynamisch dus het is best moeilijk om ergens grip op te krijgen zoals je eigen toekomst of hoe je jezelf in de wereld wil plaatsen. Het is makkelijker om gewoon maar mee te gaan en dingen te laten gebeuren. Verder is tegenspraak daarom ook belangrijk om jezelf en jouw meningen te kunnen uiten. Het is belangrijk dat je jezelf durft laten zien, maar dat betekent ook dat we soms kwetsbaarder zijn. Dit zijn dingen die ik in de huidige samenleving wel terugzie, met name ook in het onderwijs. Durven in de maatschappij is moeilijk, maar als je als individu durft, krijg je meer zelfvertrouwen, ontstaat er rust in jezelf, ontwikkel je een sterker karakter en voel je uiteindelijk ook meer vrijheid.”

Je bent ook auteur. Kunnen we binnenkort wat in de rekken verwachten?

“Ik durf nog geen uitspraak doen, maar ik denk dat we na de zomer het boek gaan presenteren. Het boek heeft nog een werktitel en heet Durf is lef met voorbedachte rade.”

Je wordt ook wel de ‘oefenmeester in durven’ genoemd. Zijn er zaken waar je toch nog veel moed voor nodig hebt?

“Zeker! Moed en durven is afhankelijk van de situatie. In sommige situaties kun je makkelijker durven en moed tonen. Des te makkelijker je in een situatie zit, des te minder je ook moet durven. In zo’n situatie gaat alles namelijk eerder vanzelf. Waar ik straks de moed voor nodig heb, is mijn boek presenteren want dat heb ik nog nooit gedaan. Ik kan me inbeelden dat ik opnieuw wel even enige onzekerheid voel om bijvoorbeeld voor een grote zaal te spreken.”

Op dit moment staan veel coaches in een negatief daglicht. Hoe kijk je hier tegenaan?

“Ik noem mezelf geen coach maar een oefenmeester. Dat betekent dat ik dingen concreet ga waarmaken. Bij een coach is het nogal breed waarbij coaching meer een soort werkmethode is. Ik zie mezelf meer als een oefenmeester. Door een concrete aanpak kan ik mijn werk ook makkelijker waarmaken. Als oefenmeester gebruik ik verschillende methodes. In die aanpak zitten ook coaching technieken, maar ook andere aanpakken of technieken die uit de sportwereld komen. Hetgeen wat ik doe, is meer eclectisch: ik gebruik de aanpak die het best voor die bepaalde persoon werkt. Dat kan coaching zijn, maar dat hoeft niet altijd.”

Wat is het mooiste wat je zelf ooit van een persoon hebt teruggekregen na ondersteuning van Bureau voor Durf?

“Soms gebruik ik koudwaterzwemmen in mijn aanpak. Een mooi moment was dat iemand na drie sessies tot zijn enkels in het ijskoude water was gekomen. Voor deze persoon was dit voldoende. We waren ook allebei trots dat hij tot zijn enkels was gekomen. Zijn vrouw, die er ook bij was, sprong meteen het water in. Het symbolische hier is dat het niet uitmaakt hoe ver je komt of hoe groot je bent: elke stap is een goeie stap. Tot de enkels in het water stappen, was voor deze persoon een enorm grote stap en dit heeft evenveel waarde als het ijskoude water inspringen. Dit was best wel een toffe ervaring. Koudwaterzwemmen heeft eigenlijk alles te maken met je mentale staat en dat is uiteindelijk ook wat durven is.”

https://www.wijnoordholland.nl/nieuws-overzicht/rob-smits-bureau-durf/
Reageer