Toets "Enter" om naar de inhoud te gaan

Tag: lef

Boekreview: “Wat maakt een verzetsheld?” van Rutger Bregman over durf in het verzet – het verhaal van Arnold Douwes. #watzoujijdoen?

Wat maakt dat iemand het durft om in het verzet te gaan?

Is dat niet het echte durven? In oorlogstijd jezelf inzetten voor anderen ondanks de risico’s en gevaren? In zijn boek “Morele ambitie” (zie ook mijn blog: https://rob-smits.nl/durf-morele-ambitie-in-actie/) refereerde Bregman al aan de Jodenredders Arnold Douwes en Johannes Post.

In dit boekje over Arnold Douwes, een man die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aansloot bij het Nederlandse verzet, staat het thema durf wat mij betreft centraal. Douwe, die zich in de verzetsgroep van Johannes Post bevond, toont zowel fysieke als morele moed door zich actief tegen de bezetters te verzetten. Hij verspreidt illegale blaadjes en saboteert zoeklichten, en wordt uiteindelijk de rechterhand van Johannes Post. Zijn verhaal is niet alleen een indrukwekkend voorbeeld van fysieke durf, maar ook van de morele moed die nodig was om tegen de stroom van passiviteit in te gaan en tegen de autoriteiten te strijden.

Ik vond het interessant om te lezen wat Douwes en Post deden om anderen zo ver te krijgen dat zij het aandurfden om onderduikers op te nemen. Eerst een verleiding naar een kleine stap om vervolgens de ander mee te nemen om meer te doen.

Durven gaat ook met kleine stappen, het is oefenen, oefenen en oefenen.

Het boek gaat verder dan alleen de gebeurtenissen rond Douwe en biedt diepere inzichten in wat verzetshelden dreef. Bregman haalt Samuel Oliner’s onderzoek aan, dat de psychologie van verzetsmensen onderzoekt. Oliner ontdekt dat helden vaak gedreven worden door een sterke overtuiging (meegekregen vanuit de opvoeding) en bereid zijn om grote risico’s te nemen voor hun idealen, zelfs als dat hun leven op het spel zet. Het verzet vroeg van de betrokkenen niet alleen om fysieke actie, maar ook om het vermogen om met emoties om te gaan en zelfstandig te handelen in gevaarlijke omstandigheden.

Rechtvaardigheid komt niet vanzelf, zegt Bregman, maar vereist moed en actie, zelfs wanneer het resultaat onzeker is. De Jodenredders in het boek, waaronder Douwe, hadden vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel ontwikkeld door een gelukkige jeugd en liefdevolle opvoeding. Dit wijst op het belang van een moreel kompas dat hen in staat stelde om moeilijke, gevaarlijke keuzes te maken in tijden van extreme onzekerheid. Het boek benadrukt dat moed vaak niet een aangeboren eigenschap is, maar voortkomt uit opvoeding en de normen die mensen meegeven in hun jeugd.

Naast de ouders vervullen ook leerkrachten een essentiële rol bij het ontwikkelen van durf.

Helden zijn vaak gewone mensen zijn die onder uitzonderlijke omstandigheden buitengewone moed tonen. Moed en durf blijken geen zeldzame eigenschappen, maar capaciteiten die in iedereen schuilen, vooral wanneer de omstandigheden het vereisen. Het boek geeft ons de vraag mee wat wij zouden doen in soortgelijke situaties, en laat zien dat moed vaak uit onszelf kan komen wanneer we geconfronteerd worden met onrecht.

#watzoujijdoen

Reageer

Samen van 2024 naar 2025! Met stukjes durf enzo…

Het einde van het jaar is in zicht, en daarmee een moment van reflectie en vooruitkijken. Mijn businesscoach, Jeroen Lampe , inspireerde me om een jaaroverzicht te maken: een terugblik op de momenten en mijlpalen die 2024 hebben gekleurd. Dit proces hielp me niet alleen om betekenisvolle hoofdstukken van het afgelopen jaar te herkennen, maar ook om mijn groeicycli als mens en ondernemen in kaart te brengen.

Hier zijn de hoogtepunten die ik heb genoteerd:

De presentatie van mijn boek. Een kroon op jaren van werk en inspiratie.

Een bijzondere ontmoeting met Remco Claassen. Zijn inzichten en energie inspireerden mij.

Mijn eerste grote lezing bij Tallander. Een stap buiten mijn comfortzone die me veel inzichten gaf.

Het afronden van een lastig seizoen voor Ajax. Dit markeerde een hernieuwde focus van de club naar wederopstanding.

Een tattoo zetten met mijn kinderen. Een mooi moment vastgelegd (dank aan Tattoo Daan!).

Het maken van een podcast over Tante Daan. Check: https://open.spotify.com/episode/344iSnVPHACOq79W1SCef1?si=970acc66d359406d

De overdracht van bestuurstaken bij Zpink. Een warme overgang naar een nieuwe generatie woordliefhebbers.

Debatcentrum De Vonk -bijeenkomst in november. Inspirerende gesprekken, onder meer met Eric van der Burg .

Een ademsessie met Peet Donders (Oceanic). Hier ontdekte ik een nieuwe balans tussen begrenzen en ontvangen.

Groeisprongen dankzij Jeroen Lampe. Mijn businesscoach hielp me groeien en stabiel te blijven.

De vereniging Ondernemersvereniging Zaanstad Zuid OVZZ op de kaart zetten. Belangrijke gesprekken gevoerd met stakeholders en de vereniging meer op de kaart gezet.

Zwemmen met mijn zwemmaatjes. Elke keer weer genieten van het koude water (Dank Peet, Taco, Rosa, Berry en Marc).

Borstcrawl-les gevolgd. Samen met Marc Schmidt een nieuwe vaardigheid opgepakt.

Artikelen in NHD. Over Koud Water Zwemmen en mijn bijdrage aan de film Kouwe Koppen (dank Nicole van Damme ).

Voedingspatronen aangepast. Dankzij de begeleiding van Judith Hijne stappen gezet naar een gezondere levensstijl.

Veelzijdige opdrachten uitgevoerd. Voor organisaties zoals ProActief, Erasmus, de VU en de Haagse Hogeschool.

Drie keer een Masterclass Durf in 1 dag gegeven. Deelnemers geïnspireerd om stappen te zetten.

Mooie kerstdagen. Met familie en buren de warmte van het seizoen gedeeld.

Dagelijkse wandelingen met Tek. Het eenvoudige plezier van elke dag in beweging zijn.

Reflecteren en vooruitkijken

Het doornemen van agenda’s, dagboeken, to-do-lijstjes, fotoalbums en notities bracht me niet alleen terug naar de hoogtepunten van 2024, maar toonde ook hoe waardevol het is om stil te staan bij groei. Elk van deze momenten is een ankerpunt, een bewijs van beweging en ontwikkeling.

En ook dat ik niet alleen succesvol kan zijn: we hebben elkaar nodig!

Dankbaar kijk ik uit naar 2025. Nieuwe kansen, uitdagingen en vooral: groei. Wat waren jouw hoogtepunten van 2024? En hoe bereid jij je voor op het nieuwe jaar?

Check mijn oudejaarsdip 2024:

Laten we samen het beste uit 2025 halen.

💪#Reflectie #Groei #Vooruitblik #2025

Reageer

Boekreview: 59 oefeningen uit ‘Verwacht geen applaus’ vragen ook moed, lef en durf.

Het trainen van de geest is geen eenvoudige opgave. Volgens zenmeester Arthur Nieuwendijk kan dit proces zelfs een levenslange zoektocht zijn. In zijn nieuwste boek ‘Verwacht geen applaus’ (2024) introduceert hij een praktische en toegankelijke gids over Lojong, een eeuwenoude boeddhistische methode voor geestelijke training.
Dit is voor het eerst dat een dergelijk werk in het Nederlands verschijnt. Het boek bevat alle 59 Lojong-oefeningen, met duidelijke uitleg over hun betekenis en toepassing. Nieuwendijk biedt hiermee een stapsgewijze aanpak om de geest te trainen, waarbij hij benadrukt dat er geen eindpunt is en dat de focus op jezelf niet per se tot geluk leidt.
Het boek geeft weer hoe je kunt leven met meer wijsheid, bewustzijn en zelfwaardering, en hoe dit bijdraagt aan een rustiger en gelukkiger leven. Het benadrukt dat je nu al leeft en traint om te verbeteren, niet om iets nieuws te leren, maar om wat je al kunt te verfijnen. Zelfwaardering is essentieel, maar moeilijk door de prevalentie van negatieve overtuigingen over jezelf.
Compassie en vriendelijkheid, zowel naar jezelf als anderen, zijn belangrijk, net als het accepteren van ongemak en tegenslag als een deel van het leven.
Mentale kracht wordt ontwikkeld door te oefenen in aandacht, vastberadenheid en positieve gewoonten, waarbij de balans tussen focus en omgevingsbewustzijn cruciaal is. Het loslaten van verlangens en zekerheden is ook een belangrijk aspect om innerlijke rust te bereiken.
Je leeft nu, dus je traint niet om straks iets te kunnen. Je kunt het al, je leeft tenslotte al je hele leven. De vraag is alleen of je gelooft dat het ook beter zou kunnen, met minder stress, minder zorgen en meer vertrouwen. Als je denkt dat het mogelijk is om te leven.
Het vraagt moed om de reis naar zelfwaardering te beginnen, vooral in een wereld waar negatieve overtuigingen vaak de overhand hebben. Moed betekent hier dat je durft te kijken naar je eigen zwaktes, fouten en pijnlijke ervaringen zonder weg te rennen. Het accepteren van ongemak en tegenslag als een onvermijdelijk deel van het leven vereist moed, omdat het betekent dat je kwetsbaar durft te zijn en je niet laat ontmoedigen door moeilijkheden.
Lef is nodig om negatieve gewoonten en overtuigingen die je van jongs af aan hebt opgebouwd, aan te pakken. Het vergt lef om te erkennen dat je misschien anders wilt leven en vervolgens stappen te ondernemen om die verandering te realiseren. Dit houdt in dat je vastberaden bent om je gewoontes te veranderen en jezelf positief te ontwikkelen, zelfs als dit in eerste instantie moeilijk of eng lijkt.
Durf is een belangrijk thema in het boek, omdat het loslaten van deze zaken essentieel is voor het bereiken van innerlijke rust. Durf om te kiezen voor aandacht, compassie en vriendelijkheid, zelfs als dat betekent dat je tegen de stroom in gaat, is een belangrijke stap naar een meer gebalanceerd en gelukkig leven.
Samengevat, moed, lef en durf zijn essentieel om de reis van zelfontwikkeling te beginnen en door te zetten. Ze helpen je de uitdagingen die gepaard gaan met persoonlijke groei aan te gaan, en ze ondersteunen je bij het vinden van innerlijke rust en geluk door jezelf te waarderen en bewust te leven.
Reageer

Boekreview: Schoolpijn: reflecties van een leraar

Het boek gaat in op de complexiteit van het lerarenvak, belicht door de ogen van een verteller die zowel zijn eigen angsten als die van zijn leerlingen erkent en bestrijdt. De schrijver neemt ons mee op een introspectieve reis en raakt de kern van wat het betekent om leraar te zijn: niet alleen als kennisoverdrager, maar ook als iemand die leerlingen helpt omgaan met hun angsten.

Angst speelt vaak een grote rol in de schooltijd; het kan alles blokkeren. Voor de leraar die Daniel Pennac uiteindelijk werd, was de belangrijkste missie om de angst van zijn meest worstelende leerlingen te genezen, zodat ze zich konden openstellen voor kennis. “Alleen, om kennis een kans te geven te bezinken in het heden van een les, moeten we ophouden steeds met het verleden op de proppen te komen als iets om je voor te schamen, en met de toekomst als een straf,” schrijft Pennac.

Pennac stelt dat een leraar de lastige leerling vaak ziet als een belichaming van zijn eigen falen. De leraar slaagt er blijkbaar niet in om vooruitgang te boeken of de lastige leerling aan het werk te krijgen. “Gelukkig wordt deze twijfel aan zichzelf, zodra men zich ervan bewust wordt, bestreden door een flinke hoeveelheid geldige argumenten: bij hém heb ik gefaald, maar bij zoveel anderen heb ik wel succes gehad. Ik kan er toch ook niks aan doen dat deze jongen in de tweede zit! Wat hebben mijn voorgangers hem eigenlijk bijgebracht? Komt dat allemaal door de school? Wat denken die ouders wel niet? Dat ik met mijn middelen en aantal lesuren zo’n grote achterstand kan wegwerken?” De leraar maskeert hiermee zijn eigen falen en durft dat niet te erkennen.

Dit gevoel van falen is herkenbaar. Soms vraag je een leerling zichzelf in de toekomst te beschrijven. Wat als ik je tegenkom als je veertig bent? Wat doe je dan? En als je deze veertiger dan echt tegenkomt als chef-kok van een restaurant, hoe geweldig is dat! Hoge verwachtingen helpen daarbij. Dit zijn de momenten waarop je geen spijt hebt dat je leraar bent geworden.

Pennac beschrijft ook wat het neoliberalisme doet met onze leerlingen: zij identificeren zich met merken. Als je Nikes hebt, ben je iets en iemand… Alleen worden zij er niet voor betaald, maar betalen zij ervoor met geld en een deel van zichzelf. “We worden iets, we worden iets, ieder op zijn eigen manier, en soms lopen we elkaar als ‘gewordenen’ tegen het lijf.” Pennac maakt zich zorgen over de jongeren die opgroeien in de banlieues: “Waar kunnen ze anders op leunen in de zin van achteroverleunen, jezelf een beetje vergeten om dichter bij jezelf te komen – dan op het spel van uiterlijke schijn? Want dat is het, dat is de identiteit volgens grootmoeder Marketing: de jongeren hullen in schijn, het voortdurende verlangen om fotogeniek te zijn bevredigen… Verduiveld, dat is een serieuze rivaal voor de leraren, die verkoopster van kant-en-klare plaatjes!”

Tegelijkertijd put Pennac hoop uit de veerkracht van kinderen: “Onderschat die kinderen niet, vergeet niet hoe veerkrachtig ze zijn! En hoe slim, als ze eenmaal door de puberteit zijn gekomen. De meesten slaan zich er heel goed doorheen.” Hij herinnert zich meneer Bal, zijn wiskundeleraar in de vijfde klas. “Qua manier van bewegen was hij de tegenpool van Keating; hij was zo onfotogeniek als maar kon: hij had een eivormig gezicht, een schelle stem en niets aantrekkelijks. Hij zat altijd achter zijn bureau op ons te wachten, groette ons vriendelijk en vanaf zijn eerste woorden zaten we in de wiskunde. Waaruit bestond dat uur dat we er zo goed bij waren precies? Voornamelijk uit de stof die meneer Bal onderwees en waar hij helemaal van vervuld leek te zijn – wat hem tot een opmerkelijk levendig, kalm en goed iemand maakte. Een vreemdsoortige goedheid, die puur en alleen in kennis wortelde, de natuurlijke behoefte om de ‘stof’ met ons te delen die zijn geest zo in vervoering bracht en waarvan hij zich niet kon voorstellen dat die bij ons weerzin zou kunnen oproepen, of dat we er simpelweg onbekend mee waren. Bal was vervuld van zijn stof en van zijn leerlingen.”

Goede leraren laten volgens Pennac niet los. Ze laten zich niets wijsmaken over een mogelijk gebrek aan kennis. Het beeld van het reddende gebaar bij iemand die in het water is gevallen, de hand die je naar boven trekt ondanks je gespartel, dat krachtige beeld van een hand die de kraag van een jas vastgrijpt. Afsluitend ziet hij dat de huidige onderwijsprofessionals veel maatschappelijke problemen in de klas krijgen en zeggen: “Wij leraren zijn er niet voor om binnen de school de maatschappelijke problemen op te lossen die het overdragen van kennis in de weg staan; dat is niet ons werk.” Natuurlijk moeten surveillanten, pedagogen, maatschappelijk werkers en psychologen hun werk doen. Maar we zijn ook in een nieuwe fase beland, die zich steeds meer zal moeten richten op de verbetering van de communicatie met de leerlingen.

En wat mij betreft begint dat met jezelf kwetsbaar opstellen, het organiseren en promoten van tegenspraak, en daarnaast ook de nodige grenzen durven aangeven.

Reageer

Boek review ‘One Day’ van Tabe Ydo: Durven is hart-werken!

Tabe Ydo heeft na een persoonlijke zoektocht van 30 jaar geleerd  in wat je nodig hebt om je leven in 1 dag naar de next level te tillen.  Zijn aanpak is tijd toe te voegen aan je dag en maximaal te leven.
In zijn boek “One Day” beschrijft de aanpak en onderbouwt het met zijn ervaringen en input uit diverse onderzoeken.
Wat haal ik er voor mezelf uit?
In ieder geval veel mooie spreuken. Bijvoorbeeld: “Het slechte nieuws is: de tijd vliegt. Het goede nieuws  is jij bent de piloot!” (Michael Althsuler). Ydo stelt dat de dood misschien wel het grootste goed is dat er bestaat. Het zorgt ervoor dat de tijd op aarde kostbaar en bijzonder is. Neem de tijd niet voor lief. En hij stelt dat we dan daar ook maximaal van moeten genieten.
Hij gebruikt een formule: Uren aan je dag toevoegen + tijdsbeleving vertragen + jaren aan je leven toevoegen.
De vraag komt dan op of we niet moeten schakelen van “Alles uit het leven halen” naar “Alles in het leven stoppen?”
En hoe bijzonder is het dat IK op aarde ben en de kans krijg met een beperkte tijd!
De tijd nemen al is het maar 10 minuten, om even alles langs te laten komen, is cruciaal om de juiste beslissingen te nemen
Basis:
Werken aan een krachtige gezondheid door te bewegen, goed te slapen, bijtijds op te staan .
En:
Hart-werken: Hoe sneller je hartslag is, hoe sneller je je hart “verbruikt”. Hoe lager je hartslag, hoe langer je leeft.
Tabe Ydo in One Day: ” Hoe gezonder je cellen, hoe minder snel je ouder wordt. Ieder hart heeft een maximaal aantal hartslagen en OP=OP. ” en “Verlaag je je hartslag met vijf slagen per minuut, dan kan een vrouw bijvoorbeeld 2,6 en een man 2,9 jaar aan zijn leven toevoegen.”
Het hart staat direct in verbinding met ons brein. Door het pompen van het bloed stuurt het zuurstof, voedingsmiddelen en hormonen naar elke cel. De vaten zorgen voor het transport van het bloed. Dus hoe beter je zorgt voor je hart des te beter “Brain 7 Body” functioneren. Om te durven is deze krachtige basis nodig. Dan kun je vanuit kracht “wipwappen” op de wip tussen lef en durven en tussen snelheid en verlangzaming.
Goed zorgen voor je hart doe je door te bewegen (hoge intensiteit is beter), goed en gezond te eten, positief omgaan met belemmeringen en kansen en het oefenen daarbij van je diepe buikademhaling. (werkt goed met bij Koud water zwemmen!)
Reageer

GZ-Plein interview: Wat is assertiviteit en hoe vergroot je het? – Tips van een expert

Lisa Reinerink nam voor GZ-plein het onderstaande interview met mij af:

‘Kan je nog even snel de notulen van de vergadering uittypen voor morgen?’ vraagt je baas net voordat je ’s avonds naar huis wilt gaan. ‘Ja hoor, geen probleem’ reageer je automatisch. Achteraf baal je; je had assertiever moeten zijn. Je hebt ten slotte afgesproken om vanavond uit eten te gaan met je partner voor zijn verjaardag. Alleen hoe zorg je ervoor dat je op een goede manier je grenzen aangeeft? Je wilt namelijk niet agressief of boos overkomen, maar je wilt wel duidelijk maken aan je baas dat je niet steeds wilt overwerken.

Wij gingen in gesprek met Rob Smits, oefenmeester in durf. Rob is eigenaar van Bureau voor Durf. Hij geeft assertiviteitstrainingen en lessen hoe je omgaat met agressie en weerstand. Rob is opgegroeid in Amsterdam Noord. ‘Ik woonde in een pittige wijk, waar ik wel eens in lastige situaties terecht kwam op straat. Over de jaren heb ik geleerd om verbaal sterker te worden. Deze ervaringen heb ik meegenomen naar Bureau voor Durf.’

Wat is assertiviteit?

Volgens Rob betekent assertiviteit dat je voor jezelf opkomt zonder daarbij de grens van de ander uit het oog te verliezen. Het is de gulden middenweg tussen sub-assertiviteit en agressiviteit. ‘Als je sub-assertief bent, dan vind je de mening van anderen belangrijker dan je eigen mening en laat je makkelijk over je heen lopen. Bijvoorbeeld bij een vergadering zeg je pas iets als iedereen aan de beurt is geweest. Het tegenoverstelde hiervan is agressiviteit. Agressieve mensen komen voor zichzelf op, maar houden te weinig rekening met de grens van de ander. Soms gaat dit gepaard met een sterke verbale of fysieke reactie, maar het kan ook op een subtiele manier.’

Kan iedereen het leren?

Volgens Rob kan iedereen leren om assertiever te communiceren. Alleen verschilt de startsituatie per persoon. ‘De één is van zichzelf al assertiever dan de ander. Als je een temperamentvolle persoonlijkheid hebt, dan ben je eerder geneigd om op een assertieve of agressieve manier te communiceren. Ook de omgeving, waarin je bent opgegroeid, heeft invloed op je startsituatie. Zo hebben mensen uit het westen van het land vaak meer “het hart op de tong” in vergelijking met mensen uit het oosten van het land, die vaak wat terughoudender zijn qua communicatie. De motivatie om te veranderen is ook van invloed. Bij sommige mensen is de pijn nog niet sterk genoeg om voor zichzelf op te komen. Toch, als je altijd over je heen laat lopen, dan komt er vaak een punt dat je er klaar mee bent en dat je beseft dat er iets moet veranderen.’

Voorwaarden voor assertieve communicatie

Hoe komt het dat het in de ene situatie makkelijker is om assertief te communiceren dan in de andere situatie? Volgens Rob heeft dat alles te maken met context. ‘Een leraar kan bijvoorbeeld duidelijke regels hebben naar zijn klas toe, maar bij een gesprek met zijn leidinggevende totaal niet assertief zijn. Om assertief te communiceren is het belangrijk dat er een cultuur hangt waarin je je veilig genoeg voelt om dit te doen. Als er in een organisatie een cultuur hangt waarbij het “not done” is om voor jezelf op te komen of je mening te delen, dan ga je dit automatisch niet doen. Ook de mate waarin assertiviteit gestimuleerd wordt is belangrijk. Als een leider regelmatig uit zichzelf vraagt om feedback, dan leren mensen zich te uiten. Op deze manier worden assertiviteit en tegenspraak als het ware “uitgelokt”.’

Hoe pak je het aan?

‘Bij een lastig gesprek is het belangrijk om een goede gespreksbasis te vinden met je gesprekspartner. Hiermee zorg je ervoor dat je het allebei al op één punt eens bent. Dit kan je doen door het gesprek te starten met een zin als: “Ik vind het belangrijk om open en eerlijk te communiceren. Vind jij dat ook?” of “Ik vind het belangrijk dat je weet wat er bij mij speelt en dat we dingen met elkaar delen. Vind jij dat ook?”. Hiermee zorg je ervoor dat de ander open staat om jouw feedback te ontvangen. Ook de timing en plek van het gesprek zijn goed om in het oog te houden. Als je een collega wilt vertellen dat je je irriteert aan zijn gedrag, is het niet handig om dat tijdens de lunchpauze te vertellen wanneer iedereen samen aan één tafel zit.’

‘Als je een gesprek niet kan timen, dan is het belangrijk dat je in een goede staat bent. Als je zenuwachtig of boos bent, dan zal je jezelf eerder te kort doen of reageer je juist heel bot. Hierdoor komt de boodschap minder goed over. Zelfcontrole is dan cruciaal: reageer pas als je in controle bent. Ook als de ander boos is, is het beter om rustig te blijven en niet terug te schreeuwen en schelden. Ik leer mensen hun zelfcontrole te vergroten door ze ankeroefeningen mee te geven. Een ankeroefening is een handeling die je altijd op dezelfde manier uitvoert, waardoor je automatisch een rustig gevoel bij jezelf activeert. Ademhalingsoefeningen, waarbij je diep inademt en langzaam uitademt, kunnen ook helpen om rustiger te worden. Ook in koud water zwemmen kan helpen om meer zelfcontrole te ontwikkelen. Door de extreme kou wordt er automatisch een angstreactie in gang gezet in je lichaam, maar door te oefenen leer je deze reactie te beheersen met je brein.’

‘Voor sub-assertieve mensen kan het erg lastig zijn om assertiever te communiceren. Vaak ligt hier angst of perfectionisme onder. Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat anderen hun afkeuren als zij hun mening vertellen of zeggen pas iets als ze het goed genoeg vinden. De eerste stap om je gedrag te veranderen is bewustwording. Je moet je eerst bewust worden van waarom je op een sub-assertieve manier reageert. Begin vervolgens met het zetten van kleine stappen. Als je wilt leren om ”nee” te zeggen tegen je baas, kan je dit ook eerst oefenen in een veilige situatie, bijvoorbeeld met je partner of je broer. Bedenk dat je fouten mag maken; durf te falen. Het zal niet altijd lukken om assertief te reageren, maar door kleine stappen te zetten zal je je hierin ontwikkelen. Besef dat je om hulp mag vragen. Bij de assertiviteitstrainingen koppel ik mensen altijd aan een “kritische vriend”. Je stelt dan vooraf allebei een doel op en vervolgens bevraag je elkaar wekelijks hoe het gaat met de doelen. Op deze manier worden mensen gestimuleerd om aan hun doel te werken, omdat ze een “verantwoording” moeten afleggen aan iemand.’

‘Verder zijn er bepaalde zaken die werken als versnellers om assertiever te communiceren. Als je optimistisch bent, is het makkelijker om te bedenken “Ik probeer het de volgende keer weer”. Nieuwsgierigheid heeft ook een positieve invloed. Ik geef mensen vaak de oefening mee om eens een andere route naar werk te nemen en onderweg drie foto’s te maken. Als je telkens iets anders doet, word je wendbaarder in lastige situaties. Daarnaast zijn goede voorbeelden belangrijk. Vraag eens aan iemand in je omgeving hoe het diegene gelukt is om voor zichzelf op te komen. Dit kan veel inspiratie geven. Tot slot, blijf de uitdaging aangaan; dat houdt je scherp en is realistisch, want waarschijnlijk komen er meer situaties op je pad die om een assertieve aanpak vragen.’

Tips van Rob

1. Word je bewust van je eigen gedrag en ga na waarom je op een bepaalde manier communiceert.

2. Begin met kleine stappen door te oefenen in een veilige situatie.

3. Bedenk dat je fouten mag maken; durf te falen.

4. Zoek een maatje om mee te sparren of vraag eens aan anderen hoe het hun is gelukt om voor zichzelf op te komen in een lastige situatie.

5. Wees optimistisch en nieuwsgierig.

6. Vergroot je zelfcontrole met ademhalingsoefeningen en ankeroefeningen. Of ga eens zwemmen in koud water.

7. Probeer bij een lastig gesprek je emoties te beheersen en zoek een goede gespreksbasis met je gesprekpartner.

8. Tot slot: blijf de uitdaging aangaan!

 


Wil je meer lezen over assertiviteit? In dit artikel lees je een interview met coach Linda Hoitinga. Bekijk ook de video waarin Linda tips geeft hoe je stopt met pleasen.

Bron: interview met Rob Smits, https://rob-smits.nl/
Auteur: Lisa Reinerink 
april 2023

https://gz-plein.nl/aanbod/assertiviteit-wat-is-het-en-hoe-vergroot-je-het

Reageer

Durven en routines. 5 tips voor een ochtendroutine!

Gewoontegedrag is gedrag dat routinematig, zonder bewust na te denken, wordt vertoond. Het kan gaan om automatisch uitgevoerde handelingen en om keuzes die ingesleten zijn en waar na verloop van tijd niet meer over nagedacht wordt.
Wanneer we ons voor het eerst bezighouden met een nieuwe taak, werken onze hersenen hard aan het verwerken van tonnen nieuwe informatie terwijl we onze weg vinden. Maar zodra we begrijpen hoe een taak werkt, begint het gedrag automatisch te worden en neemt de mentale activiteit die nodig is om de taak uit te voeren drastisch af.
Soms haken we af wanneer iets te moeilijk wordt of er meer durf nodig is.
Maar juist het inslijten van een nieuwe routine zorgt ervoor dat je basis om telkens te durven sterker wordt!
Bedenk hoeveel intelligentie en concentratie je moest gebruiken de eerste keer dat je inparkeerde of zelfs de eerste keer dat je je veters bond. Vergelijk dat dan met de hoeveelheid mentale inspanningen die je nu doet om die activiteiten uit te voeren.
Duhigg schrijft: “Dit proces – waarin het brein een opeenvolging van handelingen omzet in een automatische routine – staat bekend als” chunking “, en het is de oorzaak van de vorming van gewoonten. Er zijn tientallen, zo niet honderden, gedragsbrokken waar we elke dag op vertrouwen. Gewoonten bestaan uit een eenvoudige, maar uiterst krachtige driestaps lus.
Ten eerste is er een cue, een trigger die je hersenen vertelt om naar de automatische modus te gaan en welke gewoonte om te gebruiken. Dan is er de routine, die fysiek, mentaal of emotioneel kan zijn. Ten slotte is er een beloning, waarmee je hersenen erachter komen of deze specifieke lus de moeite waard is om te onthouden voor de toekomst. Na verloop van tijd wordt deze lus … meer en meer automatisch. De cue en beloning raken met elkaar verweven tot een krachtig gevoel van anticiperen en verlangen naar voren komt.
Laten we eens beginnen met de start van de dag! De ochtendroutine!
De ochtendroutine is echt een tijd voor persoonlijke groei. Je hoeft niet dezelfde ochtendroutine te hebben als ik, het gaat erom je eigen routine te maken, en ik ga je enkele tips geven die je in je routine kunt opnemen.
1. Plan vooruit. Maak het jezelf gemakkelijker door de avond ervoor alles wat je nodig hebt ’s ochtends voor te bereiden. Op die manier staat het voor je klaar en heb je geen excuses om er niet mee door te gaan.
2. Zet je wekker ergens waar je fysiek moet opstaan en zet hem uit. Ik raad aan om een wekker te gebruiken in plaats van je telefoon, zodat je zo lang mogelijk van je telefoon af kunt blijven.
3. Zoek uit hoeveel tijd je ’s ochtends hebt. Denk niet dat je een uur of twee moet besteden om dit voor je te laten werken. U heeft slechts 15 minuten nodig.
4. Als de zon schijnt, ga dan naar buiten en kijk naar het blauw aan de hemel (niet direct naar de zon).
5. Neem elke ochtend een koude douche. Je bouwt jezelf voorbij de mentale kracht door jezelf iets te laten doen dat je niet wilt doen.
Reageer

Boekreview: Merlijn Twaalfhoven “Het is aan ons!”, en ook aan jou….inspiratie voor idealisme.

Een aantal jaar terug werd er bovenop de parkeergarage een basketballveld voor de jeugd en buurt geopend.
Mustapha Ocal van het Dock organiseerde dat en ik mocht moderator zijn en organiseerde een uitwisselingspel.  Daarna zou het Riccioti-ensemble komen. Iets anders dan we gewend waren zei Mustapha.
Dat was ook zo.
Bovenop de parkeergarage waren opeens allerlei musici die in een soort wervelwind iedereen meenamen in die muziek. Je kon eigenlijk niet niet meedoen. Ik gaf me direct op als sponsor.
Recent schreef de altviolist van dit ensemble een boek: “Het is aan ons”.  De titel sprak aan. Juist nu!
Echte verandering is aan ons en niet aan de politiek of het grote geld.
En met “durven” is het ook aan JOU!
Pak de kunst weer terug! Zoek naar waarmee er voorheen een gevoel werd vertaald: rituelen, tradities, dichtbij. Dat vraagt een houding, een “kunstenaars-mindset” volgens Twaalfhoven. Wees open en speels en ook onderzoekend en scheppend. Twaalfhoven denkt dat we met een kunstenaarsmindset een echte verandering kunnen inzetten.
In zijn boek licht de schrijver eerst deze mindset toe. Zijn ervaringen met het Riccioti Ensemble in Nederland en buitenland illustreren zijn ideeen.
Wat kunnen we leren van een “kunstenaars-mindset”?
Een beeld of gebaar kan een trigger zijn waaruit iets nieuws ontstaat: een persoonlijke gewaarwording in dat moment.  Dat gebeurt niet veel. Dat kan wel meer gebeuren als je als levenskunstenaar de focus neemt naar het bieden van een WAARDEvolle ervaring. Dat vraagt wel ruimte en plek volgens Twaalfhoven.
En hoe krijg je dan de aandacht als “vergeten kunstenaar”?
Maak je eigen mindset!
Heb de moed om oude zekerheden los te laten en treedt de wereld open tegemoet. Binnen mijn “durf”-methode is de mindset een deelattribuut om kansen te kunnen pakken.
Oefen in delen, uiten, rouwen en vieren. Juist nu! We moeten steeds meer “navigeren door onzekerheid” zegt Twaalfhoven.
De mindset is een kompas om te navigeren. Helpt om op koers te blijven. Hij bestaat uit: waarnemen, voelen, denken en maken.
Bij het waarnemen ligt nog meer herkenbaarheid ten aanzien van de durf”-methode; aandacht en vertraging! Juist bij durven is reflectie essentieel. Oefenen, oefenen en oefenen in aandacht. Toewijding en focus in wat je doet. Een andere durf-kans is de omarming van magie en schoonheid. Kijk eens om je heen: zie je Kiksvoorniks!  Hoor je vogels, zie je de bloemen (al je zintuigen!) en zie je de passerende mens? Verwonder jezelf weer eens! Nieuwsgierigheid is ook een Deel-Durf-attribuut.
Eigenlijk is durven “onzekerheidsvaardig” worden zoals Twaalfhoven dat benoemt. Hiervoor moet je “Buiten de kaders” denken en doen. Veel kunstplekken zijn juist heel gekaderd. Dus een andere plek die je niet gewend bent helpt om buiten de kaders te komen. De schrijver heeft een project in Zaandam op Hembrug uitgevoerd: met minimale middelen en samen met Zaankanters. Bureau Voor Durf heeft juist ook dit terrein als werkterrein! Bijbind, Magazijn 14 en Lab 44 zijn favoriete werkplekken(zie ook foto’s en docu die binnenkort komt).
Het samenwerken met mensen ziet Twaalfhoven als een rijkdom van vele verhalen. Op het Hem vind ik zelf Museum of Humanity van RubenTimman hier een mooi voorbeeld van.
Twaalfhoven haalt ook Jeffrey Sachs aan een econoom van het Earth Institute aan. Net zoals mijn oude levensgids Bob Van Houten leert hij ons het inzicht dat geld nu teveel het leven stuurt.
En:”Als mensen echt iets willen, als ze het van binnen verlangen,  en als hun gevoel hierbij optimistisch en positief is, zullen ze kunnen veranderen”. Zonder kunstenaars maken we geen duurzaamheidsrevolutie.
En: heb jij idealen? Vast en zeker! En durf je die te uiten? Al lastiger toch? Idealen komen verder als we elkaar verbonden voelen en samen iets verder willen brengen.
Dat missen we nu: collectieve idealen. Hiervoor is toch weer eerst een vertraging nodig. En dat is in deze dynamische wereld nog niet zo makkelijk. Maar als je wil oogsten moet je de zaadjes tijd geven om te wortelen. Twaalfhoven refereert (net zoals ik in mijn onderzoek) aan een 2e weg.  Het durf-systeem in ons brein komt overeen met de stap die hij na-denken benoemt.

Met dit na-denken kun je ruimte scheppen. Het creeren van “mijmerplekken”. Co-trainer Peter Donders vraagt deelnemers vaak bij reflectie te “mijmeren”.  Ikzelf ben meer stimulerend met nieuwsgierigheid om de blik te verruimen. De ruimte wordt verdicht door alle input die we hedentendage steeds meer krijgen. Rutger Bregman schreef daar ook al over in “De meeste mensen deugen”.

Aandachtsvervuiling door alles waar op zouden kunnen focussen…Aandacht is steeds meer vloeibaar geworden. Zo verdund is het volgens  hem. “Als verwondering, vertwijfeling en schoonheid het gevecht onze aandacht verliezen verdwijnt het leven uit het leven.”
Hoe vertragen we dan? Wat is de strategie?
Neem waar,  zie het unieke, wordt nieuwsgierig, stel vragen en ook nog niet makkelijke gevoelens durven toe te laten en deze onderzoeken.
Onderzoek met andere vragen: niet alleen wat, hoe en waarom vragen maar ook; “Wat als”-vragen!
Wat mij echt raakte was het uit de kast komen als idealist: JA! Ik wil ook! Het op een fijne manier uitspreken wat ik ideaal zou vinden; welke wereld wil IK eigenlijk? En met de kunstenaarsmindset kan ik dat bevragen, bespelen en bevoelen.
Twaalfhoven rond het boek af met het deel “maken” . Durven en Doen! Als je iets wil opbouwen moet je ook durven te falen. En als je wil bouwen moet je zorgen voor ene fundament en moet je graven.
Voor mij is dat nu bijna gedaan. De onderbouwing van de Durf-methode staat, nu nog doorbouwen.
In de vertragingstrategie ligt ook de zoektocht naar “Genoeg”. Niet perse naar meer.  En doorzetten door je ideaal te blijven zien: de poolster is er nog steeds ondanks dat het soms bewolkt is.
Afrondend geeft Twaalfhoven ons 5 lessen mee:
  1. Markeer tijd en ruimte: wanneer en waar?
  2. Vind je houvast: het fundament, de leidraad.
  3. Spreek je idealen uit: uitdrukking geven & zichtbaar maken.
  4. Doe het samen: bij wie sluit je aan en hoe deel je?
  5. Vier je voortgang: waar vieren we en welke resultaten en effecten?
En zijn durf-boodschap in zijn laatste hoofdstuk: “Houdt moed!”.
Het boek is te bestellen via; https://merlijntwaalfhoven.com/hetisaanons/
Reageer

Heb je vlinders of ballen in je buik? Boekreview: “Get your Guts – je instinct als kompas”van Drs. Hilde A.J. Bolt

  • Doe jij het in je broek van het lachen?
  • Ben je soms misselijk van angst,
  • Slik je teleurstellingen weg?
  • Buikpuin van de stress?
  • Heb je een nederlaag te verteren?
  • Of heb je vlinders of ballen in je buik?
We voelen aan het gevoel in onze buik gedeeltelijk hoe het gaat. Darmen en hersenen werken vanaf de geboorte nauw samen.
De auteur Hilde A.J. Bolt noemt dit gevoel in onze buik “guts”. Zij beschrijft in dit boek “Get your Guts – je instinct als kompas” haar eigen visie en de weg die zij heeft afgelegd als vrouw, echtgenote en (stief)moeder, psycholoog-psychotherapeut, coach, trainer en traumadeskundige.
In mijn thesis is de “guts” gerelateerd aan lef. Lef komt voort uit hetzelfde “ballen in de buik”-gevoel en is essentieel om te durven.
Durven is lef met voorbedachten rade.

Het onderbuikgevoel komt juist op bij ethische uitdagingen. Er is dan een koppeling tussen intuïtie en de spontaniteit van onze ‘darmimpuls’. De adrenaline gaat omhoog, de hartslag gaat sneller, bloedvaten vernauwen zodat we minder bloed verliezen in een gevecht. Onze bloeddruk gaat omhoog en het denken gaat offline.
Dus moest ik dat boek hebben en lezen. Op zoek naar wat ik herken maar ook nieuwe inzichten. Bolt bracht daarnaast ook “Guts, in tijden van corona en erna” uit. Ook maar gelijk gelezen.
Iemand met Guts is een persoon met lef, met ballen volgens Bolt. Zij voegt aan de bovenstaande beschrijving verder toe dat de signalen uit het buikgebied een instrument zijn, een kompas van waaruit je kunt leven. Dit levert dan de kracht (Guts) op die je nodig hebt om hiernaar te handelen.
Wat neem ik mee uit dit boek?
Een herkenning bij de “Illusions of control”. Waar hebben we echt controle op?
En hoeveel tijd besteed je aan die illusie?
In de vorige review van “Goedemorgen” van Charles Ruiters kwam dit thema ook langs bij de denkkaders.
Je kunt ontkomen aan de illusie door ruimte te creëren en de keuze vrijheid te zien die je altijd hebt.
” Je kunt veelal niet kiezen wat er op je weg komt wel hoe je ermee omgaat.’
Denkkaders en illusies zijn zijn als lucht, ze kunnen ook zo weer weg zijn. Geef je die gedachten aandacht dan zullen ze groeien. Ze leiden ons af waar het werkelijk om gaat!
Door de gedachten worden zaken juist moeilijker. En de vraag is dan: Durf jij eenvoudig, simpel en goed te zijn?
“We leven als mens in een groot toneelstuk.”
Bolt geeft aan dat wij (zeker in de westerse wereld) zo graag willen begrijpen en dat we verleren om te voelen, stappen te nemen, dingen aan te gaan, regie te pakken en verantwoordelijkheid te nemen.
In mijn praktijk komt er in gesprekken altijd een moment dat klanten zichzelf en anderen niet meer kunnen begrijpen. Dan stopt het kunnen begrijpen. Dan is het wat het is. Begrijpen start in je hoofd. En je hoofd kan veel: gebruik je hele hoofd! Wees zowel een wetenschapper als de kunstenaar; het is er allemaal in optima forma! Je kunt dan ook eerlijk zijn naar jezelf. Eerlijkheid naar jezelf is een ingang naar ontwikkeling.
Een mooie metafoor vond ik:
“Verlichting: Zet het licht aan en heb durf om jezelf onder  te zien”
En:
“Verwarm je met je eigen licht en maak het lichter door lichter te leven maak het niet te zwaar”
Bolt propageert meer het vrij-denken. Eens een andere gedachte toelaten kan een begin zijn van iets nieuws. En probeer het gewoon. Dan heb je het in elk geval geprobeerd. Je hebt lef gehad om risico te nemen en op je bek te gaan en waarschijnlijk heb je er dan veel van geleerd.
Wanneer je werkelijk wil veranderen zul je stappen moeten zetten die je nog niet eerder heb gezet op een onbekende weg. Dat kan wennen zijn voor je systeem. Je systeem wordt ontregeld door elke stap die onbekend is.  In elk moment zit een keuze om door te gaan.
En andersom als je vast zit, ligt de feitelijke verantwoordelijkheid van de interne herhaling bij jezelf en niet bij je ouders. Daar kun je dus ook kiezen. Dat vraagt durf. En anderzijds ook mildheid voor jezelf, je onwetendheid, onmacht, weerstand, missers en onhandigheid, stelt Bolte.
“Om echt ja te kunnen zeggen moet je de innerlijke nee helemaal kunnen doorvoelen.”
Dit herken ik bij het koudwaterzwemmen. En ik heb nu juist het kijken toegevoegd in mijn aanpak voor nieuwe koudwaterzwemmers. Kijken helpt bij de geruststelling van het brein. En het trillen is een ontlading van het lichaam. Het zorgt ervoor dat stresshormonen zo snel mogelijk het lichaam verlaten.
Bolt beschrijft naast instinct en het hoofd het hart. Dit had ik in mijn onderzoek niet apart gedefinieerd. Het hart staat voor gevoel. Gevoelens zijn vaak subtieler en genuanceerder van aard dan primaire emoties
Dit leverde mij een mooie oefening op in het omgaan met angst: wat je ook ervaart aan emoties of gevoelens train je zelf JA er tegen te zeggen. Leg je hand op je buik en op je hart en oefen oefen oefen!
Het maakt het niet groter of kleiner maar laat het zijn wat het is.
Context en waarden beïnvloeden het durven. In onze cultuur hebben we geen rituelen om onze natuurlijke agressie een constructieve vorm geven om te ontladen. In de Haka wordt de natuurlijke agressie een bron van kracht. Vorig jaar gebruikte ik de Haka juist ook hiervoor. Een organisatie was bezig met het hervinden van de kracht. De Haka maakte deze los.
Get your Guts is een boek voor mensen die zelf guts willen ontwikkelen, maar ook een boek dat iedere therapeut, coach of hulpverlener gelezen moet hebben.
Wil je het boek ook lezen?
Bestel dan via:
Reageer