Toets "Enter" om naar de inhoud te gaan

Tag: uitdaging

Boekreview: Waarom veranderen (meestal) mislukt van Martin Appelo

In het boek Waarom veranderen (meestal) mislukt biedt gezondheidszorgpsycholoog en gedragstherapeut Martin Appelo een verfrissende, realistische blik op de uitdaging van blijvende gedragsverandering. Voor mijzelf als persoon en als professional een mooi onderwerp.
En….de goede voornemens komen er weer aan!
Appelo stelt dat onze jaarlijkse pogingen om gezonder te leven of slechte gewoontes af te leren vaak stranden door zowel biologische als psychologische factoren die diep in ons brein verankerd zijn. Volgens Appelo geeft de structuur van ons brein een nuchtere verklaring voor waarom veranderen zo moeilijk is — en hij onderbouwt dit met aansprekende voorbeelden en inzichten die mij ook aan het denken zetten. Vanuit een persoonlijk perspectief (bepaalde gewoonten en patronen) en vanuit professioneel perpectief (hoe is durf te bestendigen?).
Herkenbaar ook uit mijn eigen boek is hoe Appelo uitlegt hoe ons gedrag gestuurd wordt door drie “lagen” in het brein: het instinctieve reptielenbrein, dat automatische handelingen aanstuurt; het emotiegestuurde limbische systeem, dat vooral reageert op beloning en straf; en de rationele neocortex, die nadenkt en bewust keuzes maakt.
Appelo geeft aan de neocortex ons theoretisch zou kunnen helpen om op koers te blijven, blijken de instincten en emoties uit de lagere hersengebieden vaak sterker. Ze sturen ons ongemerkt richting oude patronen, waardoor we keer op keer terugvallen in gewoontes die we eigenlijk willen veranderen. Het begin van de verandering begint dus met het doorbreken van de automatismen. In mijn methode doen we dat door de impulskracht (vanuit het limbische systeem) te remmen met een Time Out. En daarna de neocortex bewust in werking te zetten.
Het boek laat ook de vele denkfouten (door Appelo “mindfucks” genoemd) zien die verandering in de weg staan. “wensdenken” — geloven dat het dit keer wél gaat lukken — en “self-serving bias” helpen ons om onszelf niet te zwaar te vallen, maar maakt het tegelijkertijd moeilijk om daadwerkelijk verantwoordelijkheid te nemen en te veranderen. Ik noem dat in mijn boek de “trucjes”.
En durven doe je niet alleen is mijn stelling.
Appelo geeft ook aan dat sociale druk onze neiging om gedrag te rationaliseren versterkt. Dat kan positief en negatief zijn. Iedereen doet immers mee aan bepaalde patronen, zoals vliegen of ongezond eten, wat het makkelijker maakt om onze eigen acties te rechtvaardigen. Volgens Appelo is gedragsverandering mogelijk, maar het vereist dat de drie breinlagen beter samenwerken. Verandering begint bij het ontwikkelen van nieuwe, positieve gewoontes die goed voelen en die aansluiten bij onze persoonlijke doelen en waarden. Hierin ligt echter een pittige uitdaging: duurzame verandering vraagt volgens Appelo realisme, doorzettingsvermogen en soms een flinke dosis zelfinzicht.
Appelo’s stijl is toegankelijk en soms met een vleugje cynisme, wat het boek tegelijkertijd verfrissend en uitdagend maakt. Zijn boodschap is dat blijvende verandering zeldzaam is en veel inspanning vergt, ondanks de overvloed aan zelfhulpboeken en leefstijlprogramma’s. Waarom veranderen (meestal) mislukt relativeert onze jaarlijkse goede voornemens en brengt diepgaande inzichten over de complexiteit van gedragsverandering zonder zweverigheid. Voor lezers die écht willen begrijpen waarom het zo moeilijk is om te veranderen — en bereid zijn om met zichzelf in de spiegel te kijken — biedt dit boek een eerlijke en doeltreffende leidraad.
Reageer

Boekreview Verbaal Meesterschap van Remco Claassen

Remco Claassen is iemand die ik al jaren volg en laatst mocht ik hem ontmoeten! En kreeg zijn boek cadeau op voorwaarde dat ik hem mijn boek zou sturen. Zo gezegd, zo gedaan.

De timing is perfect want op 12 november ga ik mijn 1e echte speech over durf in het onderwijs geven voor 2 x 300 personen!

In het boek Verbaal Meesterschap had ik veel herkenning ten aanzien van mijn eigen boek. Claassen is wel meer een meester in het verhalende. Daar kan ik nog veel van leren.

Remco Claassen is een inspirerende schrijver en spreker die met Verbaal Meesterschap een handboek voor sprekers heeft geschreven. Hij leert lezers de kunst van effectieve communicatie, en doet dat met zowel humor als scherpe inzichten in de psychologie van het menselijk gedrag. Zijn stijl is verhalend en meeslepend; je wordt als lezer moeiteloos meegenomen door metaforen en concrete voorbeelden, iets wat Claassen optimaal beheerst.

Een van de meest opvallende metaforen in het boek is die van de “Hyperbutler,” gebaseerd op het personage Manuel uit Fawlty Towers.

Manuel symboliseert ons “reptielenbrein” dat instinctief reageert op allerlei prikkels zoals woorden, gezichtsuitdrukkingen en geuren. Claassen legt uit dat deze instinctieve kant van ons vaak uit angst handelt, en hij biedt technieken om deze “Hyperbutler” bewust te temmen. In mijn boek komt dit thema ook terug maar Claassen gebruikt een prachtige metafoor, fantastisch en herkenbaar. Alhoewel….bij een training die ik laatst gaf aan een groep jongeren keek men mij wel een beetje wazig aan. Wie? Fawlty Towers?

De praktische tips in Verbaal Meesterschap maken het boek tot een mooie gids voor iedereen die zijn spreekvaardigheid naar een hoger niveau wil tillen. Claassen behandelt technieken zoals “pre-framing” en het gebruik van anekdotes en metaforen om de aandacht van het publiek vast te houden. Hij moedigt sprekers aan om zichzelf de cruciale vraag te stellen:

Wat wil het publiek? Wat brengt ze in beweging? Wat zorgt er voor dat ze gaan kwispelen?

 Hierdoor wordt je als spreker gedwongen om je echt in de ander te verplaatsen en zo een authentieke connectie op te bouwen. Ook geeft hij praktische tips over lichaamstaal en houding; hij benadrukt bijvoorbeeld het belang van bewust staan, oogcontact, en beweging binnen de ruimte.

 Claassens stijl is toegankelijk en onderhoudend, en zijn inzichten zijn direct toepasbaar in de praktijk. Of je nu een ervaren spreker bent of net begint zoals ik, dit boek geeft je handvatten om als spreker te groeien en het publiek te boeien. Het leert je wat je moet doen, laten en nooit meer vergeten – en dat maakt Verbaal Meesterschap een echte aanrader.

Reageer

#70 Bookreview “Misschien moet je iets lager mikken”, Klasse laat je nooit los. Klasse vormt wie je bent.

Paul de Regt (docent Haagse Hogeschool) las een 1e versie van mijn nog uit te komen boek en tipte dit boek van Milio van de Kamp. We zijn beiden 1e generatie studenten en herkennen veel van onze eigen levensweg in dit boek.
Milio van de Kamp (1991) is socioloog en werkzaam als universitair docent aan de UvA. In 2022 werd hij verkozen tot FMG Docent van het jaar.
Hij is opgegroeid in armoede en hij geeft in zijn boek “Misschien moet je iets lager mikken”een unieke, persoonlijke blik op maatschappelijke ongelijkheid.
Het begint eigenlijk al met je startgevoel en perspectief. Ik heb altijd opgekeken naar mensen uit een ‘hogere’ klasse. In het verleden verhield ik mij ten aanzien hetgeen ‘hoger’ was.
“Het patroon van lage verwachtingen komt voort uit de sociale klasse waarin ik ben opgegroeid. Als je wordt geboren met weinig voel je al snel wat jouw plek in de wereld is.”
Ik groeide op in Amsterdam-Noord in een buurt waar je een vechtersmentaliteit krijgt aangeleerd. Deze mentaliteit gebruikte ik voor mijn klim op de maatschappelijke ladder. Trede voor trede. Op karakter, wilskracht, talent, geluk én zelfkennis werd ik van een dubbeltje een kwartje. Ik was (en ben nog een beetje) een Amsterdams lefgozertje.
Van de Kamp beschrijft haarfijn hoe de code van de straat zich verhoudt met de code van de school:
“De code van de straat staat voor masculiniteit, eer, respect en machogedrag en de verwachting vanuit deze cultuur was duidelijk: op het moment dat iemand je uitdaagt toon je dominantie. Je handelt meteen, geeft de eerste klap en moet als winnaar uit de strijd komen, anders verlies je het respect nog voordat je het überhaupt hebt opgebouwd. De code van de school betekende juist het tegenovergestelde en is meer gericht op zelfontplooiing, zelfverwezenlijking “
“De keuze tussen de straat- en schoolcode is geen rationele. In een fractie van een seconde nam de straatcultuur, de cultuur die ik het best kende, de overhand.”
Mijn lef werd in de straatcultuur opgebouwd.
En toch ook toen al in balans gehouden door mijn denkkracht.Wel het lef voelen, maar vaak net even slimmer (doordachter) te zijn. Dat heeft mij (en mijn zus) veel klappen bespaard. Dat ‘slimmer’ zijn, had twee kanten. Ik kon goed leren. En mijn ouders hadden het beter dan die van Van de Kamp. Echte armoede en agressie heb ik niet gekend. Mijn startpositie was zeker beter als die van hem. Ik kwam wel thuis bij vriendjes als Van de Kamp en zag de verschillen.
Van de Kamp beschrijft dat hij zijn manier van spreken ook binnen een paar stappen wist aan te passen. Herkenbaar: ik ben in no time zo teruggeschoten in mijn oude manier van praten: de straattaal.
Het effect van (destijds) mijn plat-Amsterdamse accent klinkt soms nog door. Mijn accent heeft geen waarde, want het is geen onderdeel van de heersende norm, zegt hij. Het accent werkt je juist tegen in de onderwijswereld.
Momenteel voer ik veel opdrachten in het onderwijs uit. Door het boek ben ik weer scherper op hoe klasse-ongelijk ons onderwijs vaak kan zijn. De schrijver citeert Bourdieu: “De onzichtbaarheid van klassenongelijkheid in het onderwijs vanuit het idee dat hij ‘cultureel kapitaal’ noemt, het gevoel en de kennis die je hebt van de cultuur, de mores, de gebruiken en de normen in een bepaalde omgeving, zoals bijvoorbeeld de universiteit. Het gaat om een feel for the game, om aanvoelen hoe je ergens hoort te praten, bewegen en je gedragen. Hij liet zien hoe de middenklasse en elite het onderwijs domineren. “
Volgens Bourdieu werkt het bestaande onderwijssysteem privileges in de hand. Het cultureel kapitaal van de middenklasse en elite wordt gezien als neutraal, met als gevolg dat degene die niet aan de heersende normen en waarden voldoen, ook geen normen en waarden hebben.
Deze generatie wordt echter getoetst op normen en waarden die door de middenklasse en elite zijn bepaald, waardoor de kinderen die zich hier het meest mee kunnen identificeren (en er het beste op zijn voorbereid door hun opvoeding) het hoogst scoren.
“De 1e generatiestudenten moeten leren zich aan te passen aan de context van de universiteit, zowel sociaal als academisch, en hun doel scherp voor ogen moeten houden. Het beheersen van deze drie elementen bepaalt uiteindelijk of iemand succesvol weet te navigeren in de wereld van de heersende klasse. “
Klasse laat je nooit los. Klasse vormt wie je bent.
Reageer

Durf-vondst: “Hoe moedig je durf aan? – Courage goes to work – Bill Treasurer”

Stel je voor dat je werkt voor een baas wiens visie zo gewaagd is dat je er helemaal enthousiast van wordt?
Of het werken voor een manager die het maken van fouten waardeert als een natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van jouw professionele ontwikkeling.
Ga dan nog een stap verder en stel je voor hoe het hele bedrijf eruit zou kunnen zien als alle managers zouden leiden door moed in hun werknemers te steken.
Het zou een werkplek zijn waar je impliciet kunt vertrouwen op de motieven en bedoelingen van iedereen om je heen. Je zou de onverbloemde waarheid kunnen spreken. Je kunt meer “goede” fouten maken om het bedrijf beter van dienst te zijn.
Bill Treasurer stelt dat die verandering primair alleen van binnenuit mogelijk is. Wat jij ook doet als manager; het werkt alleen bij een intrinsieke motivatie van de medewerker zelf.
Treasurer is naast consultant ook trainer van het US High Diving team. Zij springen van hoge rotsen. De “lead up” is voor de sprong van groot belang. Kijken, telkens een stapje hoger, vertrouwen opbouwen passen 1 op 1 bij mijn durf-methode. Hij stelt de springers de vraag: wat kun je vooraf doen om alsnog wel te kunnen springen?
5 uitgangspunten om te bemoedigen
Er zijn vijf uitgangspunten waarop dit boek is geschreven.
  1. Iedereen heeft het vermogen om moedig te zijn.
  2. Medewerkers presteren beter als ze moedig kunnen zijn op het werk.
  3. Moed is een vaardigheid die je kunt leren.
  4. Activeer moed door handvattten te geven die je voorbereiden op uitdagende situaties.
  5. Het hele personeelsbestand heeft er baat bij als iedereen meer durft.
Activeren van moed
Mensen zullen niet moedig worden alleen maar omdat jij ze dat zegt. Je moet een omgeving creëren die mensen aanmoedigt om uit te breiden en risico’s te nemen.
Durven vraagt gedrag. Gedrag kun je ontwikkelen, bemoedigen, bestendigen en bekrachtigen.
Voordat je durft kun je moed activeren. Treasurer activeert moed naar durven op 3 manieren.
Hij beschrijft dat met een raamwerk van “Buckets”: emmers waar je input uit kunt halen om mensen naar durven te helpen.
De 1e emmer is; “Probeer Moed/Try Courage”. In de praktijk zijn dit de kleine stappen, de eerste pogingen doen, bijvoorbeeld wanneer je iemand nieuwe pionierende taken ziet proberen. Iemand die zich vrijwillig aanmeldt om een ​​moeilijk of riskant project te leiden, toont moed.
De 2e emmer staat voor “Vertrouw op moed/Trust Courage”.
Dit is de moed die nodig is om de controle uit handen te geven en op anderen te vertrouwen. Wanneer managers zeggen dat ze willen dat werknemers bedrijfsveranderingen meer omarmen of richtlijnen enthousiaster opvolgen, is het eigenlijk dat zij willen dat medewerkers meer durven te vertrouwen. Als dat er is, geven mensen elkaar het voordeel van de twijfel, in plaats van de motieven en bedoelingen van degenen om hen heen in twijfel te trekken. Vertrouw op moed gaat niet over het nemen van de leiding, maar over het volgen van de leiding van anderen.
De 3e emmer gaat over “Spreek Moed uit/Tell Courage”
Dit is de moed van het uitspreken en omvat het je uitspreken met oprechtheid en overtuiging, vooral wanneer de geuite meningen indruisen tegen die van de groep. Om hun veiligheid te waarborgen, zijn medewerkers het vaak te veel met elkaar eens en spreken ze zich te weinig uit.
Moed ontwikkelen
De basis om moed te ontwikkelen in een organisatie gebruikt Treasurer een “courage foundation model”. Met dit model kun je moed opbouwen naar echt durven in vier stappen.
  1. Spring eerst.
Waarom zou je in vredesnaam van mensen verwachten dat ze moedig zijn als je zelf slap bent? Voordat je werknemers aanmoedigt om moediger te zijn, moet jij het rolmodel zijn. Als je als eerste springt, kun je uit de eerste hand ervaring opdoen met de uitdagingen die je aan je werknemers vraagt, en het is de beste manier om geloofwaardigheid op te bouwen met jouw directe ondergeschikten.
  1. Creëer veiligheid.
Werknemers spelen op “safe” als het niet veilig is om niet op “safe” te spelen.
  • Om ze dingen te laten durven, moet je daarom vangnetten weven die ze een gevoel van veiligheid geven terwijl ze aan het werk zijn.
  • Geef mensen toestemming om moedig te zijn door een veilige ruimte te bieden om zonder schaamte hun angsten te uiten.
  • Wijs erop dat ze datgene waar ze bang voor zijn vaak al aan het doen zijn.
  • Leg de focus op het van fouten leren- de ‘goede’ fouten – vooral als de lessen die uit die fouten worden getrokken, de doelen van het team bevorderen.
En laat mensen zien dat je ze ondersteunt “no matter what”.
  1. Gebruik angst.
Angst op de werkvloer is onvermijdelijk. Het is jouw taak om angst nuttig te maken door het voor jou aan het werk te zetten, niet door werknemers te bedreigen, maar door hun vermogen om moedig te zijn op te bouwen.
Door werknemers te helpen hun twijfels en angsten als natuurlijke gebeurtenissen te zien, kunnen ze hun energie weer op het werk richten. Ze kunnen angst gebruiken als brandstof om uitdagende en moedige dingen te doen.
  1. Comfort moduleren.
Als het gaat om loopbaanontwikkeling, kan te veel comfort gevaarlijk zijn. Als manager moet je comfortabele werknemers werkuitdagingen bieden waardoor ze zich ongemakkelijk voelen en gemotiveerd blijven. Tegelijkertijd, als ze te ongemakkelijk worden, moet je ze lang genoeg laten wennen om vertrouwen te krijgen met hun nieuwe vaardigheden.
Stop met het aanwakkeren van de angst
Managers wakkeren soms angst aan om hen te motiveren. Het kost gewoon minder tijd, nadenken en techniek om bevelen te blaffen dan om mensen te motiveren op basis van hun interesse, passie en capaciteiten. Dus managers rechtvaardigen hun gedrag met excuses als: “Ik heb het te druk om mensen te vertroetelen” en “Ik word betaald om resultaten te behalen, niet om aardig te zijn tegen mensen.”
Je kunt de energie van angst gebruiken op een manier die mensen in staat stelt moedige dingen te doen.
Wanneer medewerkers teveel met angst worden geconfronteerd, handelen zij veelal niet in hun eigen voordeel. Als je een bij ziet is hysterisch zwaaien niet de beste manier is om niet gestoken te worden. Angst doet medewerkers soms in hun schulp te kruipen om de negatieve stroom van feedback wordt beperkt. Angst verlaagt het moreel, beschadigt relaties, tast het vertrouwen aan en wekt wrok op. Uiteindelijk verlaagt angst het vertrouwen, de normen en de winst.
Medewerkers die door moed worden geleid, zijn meer betrokken, toegewijd, optimistisch, loyaal en omarmen verandering.
De voordelen van aanmoediging
Aanmoediging kost, net zoals managers die angst opwekken, tijd. Maar het aanmoedigen van werknemers is een tijdsinvestering, geen verspilling ervan. Er zijn betere manieren om angst te gebruiken dan werknemers te bedreigen. Werknemers die door moed worden geleid, zijn meer betrokken, toegewijd, optimistisch, loyaal en omarmen verandering.
Moed gaat werken
Als je moed op de werkvloer brengt, gaat het aan de slag voor het team en je bedrijf. Bovendien vindt er een onmiskenbare transformatie plaats bij jouw mensen die ze nooit zullen vergeten.
Geef iedereen een cadeau dat een leven lang meegaat – iets dat ze professioneel en persoonlijk kunnen gebruiken. Geef ze kostbare en praktische moed en laat ze durven!
Reageer

Koudwatervrees? Durf!

Leer over de positieve effecten van de combinatie ademhaling en koudetraining en ondervindt het aan den lijve!

We combineren theorie en praktijk, wat betekent dat je naast ademhalingsoefeningen uiteindelijk onder begeleiding de zee in gaat…

 

Ademhaling en koudetraining.

Er is veel over gezegd en geschreven. De wetenschap zit er bovenop en is zeer positief over de gunstige uitwerking op lichaam en geest. Maar hoe zit het nu in elkaar? Wat doet de ademhaling en koudetraining met je, fysiek én mentaal?

Tijdens de 1 op 1 training doen we de ademhalingstechnieken en wordt verteld over de voordelen van koudetraining en ademhalingstechnieken.

En uiteindelijk gaan we de zee in.

Dit kan overigens in diverse gradaties, je voelt zelf ter plekke het beste aan tot hoever je kunt gaan. We sluiten af in Aloha met een lekker drankje en het delen van ervaringen.

 

Programma:

  1. Uitleg over beheersen van adem en omgaan met kou & 1estap in koud water (1 ½ uur)
  2. 2 sessies koudwaterzwemmen (1 uur per sessie)
  3. 2 sessies koudwaterzwemmen & transfer naar jouw durf-vraag (1 ½ uur per sessie)
  4. 1 afrondsessie zwemmen en durf-acties naar eigen situaties afspreken (1 uur per uur)
  5. 2 maanden WhatsApp contact om durven te bestendigen

Veiligheid

Tijdens de koudetraining zijn begeleiders aanwezig en wordt je geacht de besproken veiligheidsmaatregelen na te leven. Tijdens de theorie zullen we dit duidelijk bespreken. Doe je mee aan de training, dan doe je dat op eigen risico.

 

 

 

 

Reageer

KIKS VOOR NIKS!

KIKS VOOR NIKS!

Ik noem het zelf Kiks voor Niks. We zijn gewend om op een bepaalde manier (gewoonte!) naar de wereld om ons heen kijken en vergeten daarbij ook soms om van de kleine dingen te genieten. Bureau Voor Durf daagt je uit met Kiks Voor Niks.

Het verschijnsel Kiks voor Niks is bedacht door van Kooten & de Bie. In de bescheurkalender uit 1982 zijn de 10 originele Kiks voor Niks opgenomen. Kiks voor Niks zijn alledaagse dingen zoals het geluid van knikkers in een zakje. Of het laten knetteren van bubbeltjesplastic. Of het kraken van verse sneeuw als je er over loopt. Heerlijk geluid.

En een ieder kan zijn eigen Kiks voor Niks zien. Voor mij zijn het creatieve stickers met mooie afbeeldingen of teksten. Of mooie Graffitti. Maar ook bijvoorbeeld zonsopgang of bepaalde natuurverschijnselen.

Het is wel een kwestie van dat je er oog voor hebt. Zoals Cruijff ooit zei: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”

Mijn oogst van de afgelopen jaren vind je op mijn Pinterest-pagina en voor een dagelijkse update op Facebook. En op de eigen pagina: https://rob-smits.nl/kiks-voor-niks-de-fotos/

 

Verder delen steeds meer mensen de kiks voor niks: dat maakt het nog leuker want zij zien dingen die ik nog niet zag.

En eh…wat zijn uw Kiks voor Niks..?

Deel ze via Facebook of mail ze naar rob@rob-smits.nl

1 Reactie

Bluffen bij solliciteren is overmoedig durven. Kent u die uitdrukking?

Ik krijg soms de vraag: “mag je bluffen bij een sollicitatiegesprek?”.
Op zich is bluf niet negatief vind ik. Bijvoorbeeld in het filmfragment “the Kitchen is open” uit de film La Vita e Bella: https://youtu.be/t-uJ1XgD3e0
De ober Guido bluft zich door de bestelling heen door de klant de indruk te geven dat er genoeg te bestellen is. Door de menukaart zo te beschrijven dat de klant maar 1 keuze heeft. Een prachtige scène waarin je kunt lachen en snapt waarom hij bluft.
Wat is bluffen eigenlijk?
Tussen lafheid en roekeloosheid zit durven. Lef  (zie ook: http://rob-smits.nl/loopbaan-lef/) is net een streep verder richting de roekeloosheid. Bluf is het geven van een indruk waarbij eigen mogelijkheden, visie of prestaties beter lijken. Bij het onderhandelingspel en pokeren wordt regelmatig gebluft.
De andere partij beïnvloedt jou door iets voor te schotelen wat mogelijk niet waar is, mooier is dan het echt is, om er zelf voordeel uit te halen.
Bluffen werkt voor mij niet als je jezelf vergelijkt: “ik ben beter dan …..”.
Trump is hier een goed voorbeeld van met zijn: “America First”.
De Leuvense psychologe Carolien Van Damme zegt in haar doctoraat:
“Mensen hebben de neiging om uitspraken van anderen op zichzelf te betrekken. Dat moet je in gedachten houden als je reacties op snoeven en stoefen (Vlaams voor bluffen) wil begrijpen: uit grootspraak leiden mensen vooral af hoe de opschepper hén ziet, en niet zozeer hoe die zichzelf ziet”.
Ook het domein waarover gebluft wordt, speelt een rol, stelt zij:
“Ons zelfbeeld wordt vooral bepaald door ons gevoel van competentie – slagen we erin onze doelen te bereiken – en minder door de sociale vaardigheden die we onszelf toedichten. Iemand die snoeft dat ze een goede studente is, kan daarom meer weerwerk verwachten dan iemand die pocht dat ze een goede vriendin is. Iets om in gedachten te houden bij een eerste date of een sollicitatie­gesprek.”
Conclusie: bluffen brengt niet zoveel op?
Om op de eerste vraag terug te komen: “mag je bluffen bij een sollicitatiegesprek?”.
Als je dan toch bluft:
Mensen willen niet graag als minder competent gezien worden. Als je bluft op het vlak van kennis loop je de kans dat de ander je meer tegengas geeft. Bluf je op een sociale vaardigheid “ik ben een goede vriend voor al mijn vrienden” dan zal dat eerder geaccepteerd worden.(Van Damme, 2012).
Bluf is voor mij overmoedig durven.
Moed is een mooie karaktertrek en bluf is eigenlijk een teveel van het goede. Vanuit overmoed stapt de bluffer in zijn valkuil.
Dus bluffen kan maar waak voor overmoed!
En er schuilt wel een mooie kernkwaliteit achter: durf!
Meer weten?
En
Reageer